De eerste raap wordt in de veelal regenachtige maand augustus ingezaaid. De oogst strekt zich uit tot diep in de winter, februari. De leerachtige schil beschermt de raap tegen de koude. Het vlees van de raap is wit met rode tinten, de schil zwart.
De charcuterie (La maïson de) Cabrol uit La Salvetat zou de traditie nieuw leven in geblazen hebben met de bereiding van een vergelijkbare raapschotel. Echter van horen zeggen, op hun site is daar niets van te vinden.
Bewaar knolraap zeker enkele weken in de groentenla of open plastic zak in de koelkast.
Aan het begin van de twintigste eeuw bedroeg de jaarproductie van de Pardailhan-raap circa 500 ton, na de Tweede wereldoorlog liep de productie snel terug en werd hij geleidelijk aan vooral voor eigen gebruik verbouwd. Daarbij is het authentieke zaad geheel verloren gegaan.
Omdat de oorspronkelijke raap moeilijk oogstbaar was, is een nieuwe variëteit ontwikkeld op basis van de Long noir de Caluire, die wel net als de oorspronkelijke raap met de hand geoogst wordt. De raap heeft het label "AOC"(appellation d'origine controlée) gekregen.
De naam Pardailhan is een verwijzing naar de vlakte van Pardailhan waar de raap exclusief verbouwd wordt.
Zoals iedere raap bestaat deze navet vooral uit water, en is daardoor calorie-arm. Daarbij bevat ze vezels, vitamine B en C, en mineralen als ijzer, zink en koper.
Respecteer het copyright !