Het kruidenmengsel wordt sowieso vers gemaakt van tevoren geroosterde hele specerijen en (andere) zaden. Daaronder veel West-Afrikaanse pepers en schijnpepers, de term voor pepers die niet tot het geslacht Piperaceae behoren, en andere 'scherp-stofffen' bevatten als piperine. De achter de Nederlandse benaming gegeven synoniemen, zijn veel voorkomende West-Afrikaanse benamingen, maar wees er attent op, ieder West-Afrikaans taalgebied kent andere benamingen.
We geven in dit overzicht alleen de verhoudingen van het basisrecept. De accenten verschillen per gerecht, per hoofdingrediënt (geitenvlees, vis) en per regio. In sommige gerechten voert nootmuskaat de boventoon, en wordt de vrij milde kalebasnootmuskaat een handje geholpen met 'echte' nootmuskaat (Myrica fragrans).
Zie het overzicht van West-Afrikaanse pepersoepen.
Halveer de selimpeulen, en verwijder de zaden. Rooster beide met de andere specerijen in een droge pan. De kalebasnootmuskaat tevoren niet kraken, en géén olie toevoegen!
Wanneer de specerijen hun aroma vrij geven, spreid je ze uit op een bord of schaaltje, en laat ze afkoelen. Kraak de kalebasnootmuskaat, daarvan gebruik je alleen het zaad.
Maal de specerijen fijn. Houd de selimpeulen eventueel apart, deze zijn vezelig en laten zich moeilijk malen. Houd ze wel bij het mengsel. Sla ze op in een goed gesloten bus. Bewaar deze op een koele, donkere plaats, liefst in de koelkast. Houdbaarheid: circa een maand.
Respecteer het copyright !