Het mengsel is eigen aan de hele Mashriq, dat zijn de Arabisch sprekende landen ten oosten van Libië (met inbegrip van Israel) en aan de Turkse en Koerdische keuken. Daarbuiten zien we een eenvoudige bahārāt (bharat genaamd) in Tunesië. Tunesische bharat bestaat slechts uit gedroogde rozenknoppen, kaneel en zwarte peper. In Turkije wordt bahārāt gebruikt voor het kruiden van kofte en pilafs, en wordt er om die reden mint aan toegevoegd.
In de landen aan de Golf van Perzië wordt ook saffraan en gedroogde zwarte limoen (loomi) toegevoegd.
Het mengsel wordt gemaakt door alle ingrediënten tezamen fijn te malen. De fijngesneden, gedroogde munt in het Turkse mengsel wordt als laatste, dat wil zeggen na het malen, toegevoegd. Vanzelfsprekend bevat baharat geen zout.
Baharat is zowel bij de speciaalzaak als in de supermarkt verkrijgbaar. Soms bevat het ingredënten die louter als vulmiddel bestemd lijken.
Baharat wordt al even breed gebruikt als een Indiase masala, voor alle typen bereidingen, van soepen en stoofgerechten, als smaakmaker van vlees, gevogelte en vis, bijvoorbeeld als rub.
Bewaar uw specerijen en kruiden op een donkere, koele en droge plaats om er lang van te kunnen genieten.
Als gevolg daarvan circuleren in de Arabische wereld vele varianten op dit kruidenmengsel, telkens met een iets andere 'touch', maar in basis met dezelfde ingrediënten. Een verwant mengsel is fulful bhrat dat bij de bereiding van kibbeh wordt gebruikt.
De definitie van nomade is een volk met een trekkend bestaan, zonder vaste woon- of verblijfplaats. Dat dat niet perse zo hoeft te zijn, bewijzen de Nabateeërs, een nomadisch volk dat in het Midden-oosten leefde, in het noordwestelijk deel van het Arabisch schiereiland, met een rijk dat het huidige Jordanië, Israel, Syrie, het noordwesten van Saoudi Arabië, en Egypte - ten oosten van het Suezkanaal - besloeg. Zij waren de stichters van Pé, dat zij zelf Raqnu noemden. Petra is in de vierde eeuw voor Christus ontstaan, en had op zijn hoogtepunt 25.000 inwoners, niet bepaald een getal dat bij het klassieke beeld van een nomadenstam hoort.
Zij dreven handel met andere landen aan de Middeellandse zee en in de Arabische wereld, onder meer in de vorm van wierook, dat zij uit Jemen haalden. Dankzij een geavanceerd watersysteem maakten de Nabateeërs van Petra het knooppunt van de handelskaravanen die in alle windrichtingen liepen, tot in India en Afrika. Zo maakten zij kennis met de oosterse specerijen.
Het zou zeer wel kunnen zijn, dat zij, de Nabateeërs de bedenkers van bahārāt zijn, dat overigens de Arabische verzamelterm is voor 'kruiden', de meervoudsvorm van het Perzische bahār, waarmee kruidige bloemen en bladeren worden bedoeld. De naam bahārāt zou eveneens een verwijzing kunnen zijn naar de officiële, klassieke benaming van India, Bhārat, - een van origine Sanksrit woord. Het is tevens de naam van een legendarische Hindi-koning, die het Indiaas continent zou verenigen tot één land, Bhâratavarsa, het land van Bhârata. De link met bahārāt lijkt eerlijk gezegd ver gezocht.
Wat niet bekend is, en vermoedelijk niet bekend zal worden, is sinds wanneer het zevenkruidenmengsel een conventie is geworden, en waar.