Het recept is Egyptisch, en door de eeuwen heen geëvolueerd van een eenvoudige mix van noten, kruiden en zout, tot de ingewikkeldste smaakcombinaties.
Komijn, koriander en kaneel waren de Oude Egyptenaren niet vreemd. Het land lag op het kruispunt van de specerijenhandel. Peper kwam er aanvankelijk niet aan te pas, zou pas veel later komen. De combinatie van komijn, koriander en kaneel gemengd met grof zout, noten en knoflook was een ideale combinatie met brood (bijvoorbeeld lavash) en olie. Ook te gebruiken als droge marinade (rub) voor vlees.
Duqqa betekent 'stampen', als in vijzelen. En afgezien van het roosteren van de ingrediënten is dat het enige dat je er voor hoeft te doen. Hieronder drie recepten voor duqqa. De eerste is te beschouwen als het basisrecept, ook geschikt als rub. De tweede is heerlijk notige versie dat als hapje bij een drankje (thee of alcohol) geserveerd wordt, met rauwe groente of op een nog warm vers lavash-toastje, dat royaal is ingesmeerd met olijfolie en daarna met duqqa bestrooid.
In Palestina wordt in duqqa ook geroosterde tarwe(korrel) en kikkererwt gebruikt. Het derde recept is dat voor deze Palestijnse duqqa. In het Chinese Xi'an hebben we ervaren hoe een heel eenvoudige 'duqqa' van alleen geroosterde sesam, komijn en zout fantastisch combineert met gekookte of gebakken kwartel-eitjes, al dan niet op een prikkertje (boboji)
Varieer gerust. Behalve bij brood is duqqa ook heerlijk over andere groenten, zoals heerlijk zoete bietjes, maar ook over een salade.
Voor de Palestijnse duqqa moet je de tarwekorrels (alleen gepelde of in een mix met volkoren) vooraf in een hete (200°) oven roosteren. Roostr ze circa een kwartier, totdat de tarwekorrels mooi gebruind zijn. Keer ze af en toe om voor het beste resultaat. Laat de korrels afkoelen, voor ze in het mengsel te gebruiken.
Rooster de noten en de zaden (ook de specerijen) in een droge koekenpan met dikke bodem. Laat de ingrediënten na het roosteren afkoelen tot kamertemperatuur.
Brek het kaneelstokje, en doe alle ingrediënten tezamen in een blender of vlakke vijzel. Voeg het zout en de sumac (palestijnse versie) als laatste toe. Maal of vijzel de ingrediënten tot een kruimelige textuur is bereikt, niet fijner dan dat.
Serveer duqqa met brood en olijfolie. Breek een stukje brood af, doop dat in de olie en daarna in de duqqa.
Duqqa is, mits droog en koel (noten!) bewaard, hoogstens enkele weken houdbaar. Kan goed ingevroren worden.
Respecteer het copyright !