De grassen zijn de op vijf na grootste plantenfamilie, met liefst 12.000 plantensoorten, waaronder de voor de mens zo belangrijke granen. het is bovendien het meest verbreide plantensoort. Alleen op Antactica en Groenland komt het niet voor.
De grassenfamilie is in 1895 Poaceae genoemd, naar de twee euuwen eerder door Linneaus beschreven Poa (beemdgras). De familie kent 771 geslachten, onderverdeeld in 12 subfamilies. We beschrijven de subfamilies die in directe zin van belang zijn voor onze voedselvoorziening, niet die grassen die als voedsel dienen voor bijvoorbeeld ons vee. Dat zijn: