De plant maakt deel uit van de Alboglabra-groep. wordt zo'n 50 cm hoog, tenzij hij uit schiet. Dan kan hij wel 2 meter hoog worden. Hij vormt één stengel die vertakt. Hij bloeit van mei tot augustus. Zijn bloemen zijn tweeslachtig en worden door bijen bestoven. Er zijn diverse variëteiten, met witte of gele bloemen, witte, groene of rode stengels. Variëteiten kunnen sterk verschillen qua gehalte aan glucosinolaten.
Kailan is een meerjarige plant. Wanneer hij eenmaal ontsproten is, is de kailan bestand tegen enige vorst, en voor een koolsoort kan hij goed tegen hogere temperaturen. Dat maakt hem een gemakkelijk te verbouwen plant, die bovendien een lange periode geoogst kan worden, gedurende de zomer en de herfst, tot wel zes maanden aaneen. Het is zelfs mogelijk de plant te verplanten en van buiten naar binnen te brengen, om zodoende ook in de winter te kunnen oogsten.
Er zijn globaal drie typen kailan, het bladtype, het steeltype- en het steel-en-bladtype. Het bladtype wordt in China nauwelijks verbouwd. De beide andere typen zijn populair in het oosten van Guandong, in Shanghai, Jiangsu en Zhejiang, Het steel-en-bladtype is het meest verbreid.
De bladeren staan op dikke, sappige stengels. Ze zijn stevig en glanzend, groen-blauw en breder dan die van broccoli. De stronkjes worden geoogst - gesneden - wanneer de plant een centimeter of twintig hoog is, kort voor de bloemknoppen openen.
De smaak van kailan heeft een sterke gelijkenis met die van rapini (Brassica rapa), maar bitterder en scherper. Broccolini (bimi) is een kruising van kailan met broccoli.
Net als van andere bladkolen dienen de verhoute delen weggesneden te worden, zowel van de stengel als van de bladnerf. De jongste bladeren en de bloemen kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden.
Snijd het blad grof, snijd de dikste delen van de stengels af om die vooraf te blancheren, of (iets) langer te bereiden. De kool is zeer geschikt voor roerbakken, onder toevoeging van fijngesneden knoflook en gemberwortel en een scheutje kippenbouilon. Kan ook gestoomd worden. Combineert uitstekend met oestersaus.
Kailan is eigen aan de Chinese keuken, en wordt hoofdzakelijk verbouwd in Zuid- en Centraal-China. De grootste diversiteit wordt aangetroffen in Guandong, het vroegere Kanton, dat als het episch centrum van de kool wordt beschouwd. De gebruikelijke Chinese benaming is kailan, de Kantonese naam. In de vorige eeuw is de plant ook in Japan terecht gekomen, maar eigenlijk pas recent ook in het noorden van China. Hoewel Guandong is Hij wordt tegenwoordig wereldwijd verbouwd.
De botanische naam is gegegeven door Bailey in 1992, die destijds alleen beschikte over een witbloemige soort, vandaar de benaming waarin 'albus' wit betekent en 'glabrus' zonder beharing (kaal). De naam is overigens niet geaccepteerd.
Kailan bevat veel vitaminen en mineralen, vooral vitamine A, C en K.
Respecteer het copyright !