Hij wordt geplant in periode van oktober tot januari en geoogst in de zomer, juli en augustus. In Frankrijk worden deze sjalotten al generaties lang op dezelfde manier geproduceerd. Ze worden van 15 juni tot 15 augustus (!) met de hand uit de grond getrokken en op het veld te drogen gelegd. Een gedeelte ervan wordt in koelruimtes opgeslagen, de rest gaat vers de markt op.
De Fransen beschouwen de sjalot als hun cultureel erfgoed. Vanaf de jaren '90 is er een juridisch steekspel begonnen rond de vraag of sjalotten uit zaaigoed überhaupt sjalotten zijn en sjalot genoemd mogen worden. De kwade pier is de Nederlandse zaadveredelaar Groot en Slot. De producenten van de "échalote traditionelle" (allium oschaninii), uit de regio's Bretagne en Vallée de Loire betwisten de aanspraak van de zaadveredelaar op de productnaam sjalot. Met de positieve uitslag van het Europese hof, konden en kunnen de Franse boerenorganisaties niet uit de voeten. Zij aanvechten de uitslag omdat de 'sjalot' uit zaad geen botanische sjalot zou zijn. Het woord is nu aan de Europese commissie.
De felle strijd tussen de ambachtelijke producenten van de sjalot en de Nederlandse concurrentie is illustratief voor de manier waarop Fransen naar 'hun' sjalot kijken. De eerste sjalotten groeiden er in de tuinen van Karel de Grote (742-814). In de 12eeeuw werd de sjalot op kleine schaal verbouwd in de Bretonse velden van de Vallée de Loire, en in de 13e eeuw werd de sjalot gemeengoed in de Franse keuken. Zo'n lange traditie vraagt om een Europese classificatie, en de Franse boeren vragen daar ook om, mede omwille van het onderscheid tussen de traditionele (bol)sjalot en de on-Franse gezaaide sjalot. De aanvraag daarvoor ligt al geruime tijd bij het GTS, die de Europese kwalificaties verleend, en bij het INAO, het Franse Institut national de l'origine en de qualité, dat waakt over de Franse certificaten, zoals het label Rouge.
Zeker vergeleken met de Nederlandse sjalot of de banaansjalot is de grijze sjalot moeilijk te pellen, en minder goed te bewaren, een echte seizoensgroente bovendien.
De woorden sjalot en (het Engelse) scallion zijn beide gerelateerd aan het Griekse askolonion zoals beschreven is door de Griekse schrijver Theophrastus. Deze naam lijkt ontleend aan de stad Ashkelon, in het huidige Israël. De sjalot wordt in ons land ook wel eslook of eschlook genoemd, naar het Franse eschallion.
Ze worden in goed ventileerde kistjes gedaan en opgeslagen voor verdere bewerking. Volgens de traditie worden Busnes-sjalotten in strengen van één, drie en vijf pond verkocht, de tresse échalote Busnes.
In 2001 hebben twintig boeren uit Busnes hun krachten gebundeld om de beroemde Busnes-sjalot te promoten, waaromder de zeven erfgenamen van William de Bune: Bertrand Bourel, Paul Leclercq, BrĂ©vart Luc Michel Ricouart Lucie Delbarre en Paulette en Joel Houbart. In het tweede weekend van september wordt de Foire à 'léchalote gehouden, waarin de leden van het gastronomisch broederschap van Busne zich presenteren met hun producten en gerechten.
In het tweede weekeinde van september wordt in Busnes de Foire à l'échalote gehouden.