Bieslook is een bolvormende kruidachtige vaste plant van 30-50 cm hoog. De bollen zijn slanke, conisch, 2-3 cm lang en 1 cm breed, en groeien in dichte clusters aan de wortels. De schachten zijn buisvormig (hol) en 2-3 mm in diameter, met een zachte textuur, Wanneer de plant bloemen vormt, worden de schachten gewoonlijk steviger en daardoor minder bruikbaar.
Snijd (of knip) verse bieslook niet te ver naar onderen, dat gedeelte van de stengel is taai. De bloemen zijn eetbaar.
Bieslook kan in de koelkast bewaard worden, liefst in een platic zak of gewikkeld in een vochtige doek. Zelf invriezen is niet aan te raden, maar kan; bij drogen verliest bieslook veel van zijn smaak.
De naam van de soort schoenoprasumis is afgeleid van het Griekse skhoínos (zegge) voort en práson (prei). [3] Zijn Engels naam chive is afgeleid van het Franse woord civse, van cepa, het Latijnse woord voor ui.
In bieslook zitten verscheidene flavonoïden waaronder quercetine, dat ook voor komt in appels, uien, groene thee en rode wijn, in kappertjes en kolsoorten als broccoli, bloemkool en boerenkool. Quercetine gaat deels verloren bij het koken en door schillen (appels).