Knoflookbieslook, ook Chinese bieslook genoemd, is het pittiger broertje van onze bieslook (Allium schoenoprasum), ook familie van de ui en de knofllook uit de lookfamilie (Allium). De bladeren van de knoflookbieslook zijn plat, en niet hol, zoals bij ui en knoflook (en bieslook). Ze missen de sterkte van een gras om rechtop te staan. De stengels waaraan de bloemen groeien, doen dat wel.
Het is een bolvormende vaste plant van 25-60 cm hoog. De bollen zijn cylindrische knolletjes van ongeveer een centimeter, die in dichte clusters groeien. De plant bloeit van mei tot augustus. De bloeiwijze is schermvormig, met wit-violette bloemetjesvoorzien van groene streepjes.
Normaliter worden alleen de bladeren gegeten. In Hongkong daarentegen eet men vooral de steviger stengels van de bloem met de nog gesloten bloemknop (kau choy fah). Ook de bruingele knolletjes worden gegeten.
Een eenvoudig, populair japans gerechtje is niratama, knofllookbieslook met stukjes scrambled egg's.
Bieslook kan in de koelkast bewaard worden, liefst in een platic zak of gewikkeld in een vochtige doek. Zelf invriezen is niet aan te raden, maar kan; bij drogen verliest bieslook veel van zijn smaak.
De naam van de soort tuberosum verwijst naar de 'knolletjes'.
In bieslook zitten verscheidene flavonoïden waaronder quercetine, dat ook voor komt in appels, uien, groene thee en rode wijn, in kappertjes en kolsoorten als broccoli, bloemkool en boerenkool. Quercetine gaat deels verloren bij het koken en door schillen (appels).