Prei is het meest verwant aan twee andere planten die als groente worden gegeten: de olifantsknoflook (Allium ampeloprasum var. ampeloprasum) en de kurrat (Allium ampeloprasum var. kurrat)
Prei is een eenzaadlobbige plant. De plant is opgebouwd uit bladscheden en bladschijven. De bladscheden zitten over elkaar heen gevouwen en vormen zolang ze met grond bedekt zijn het witte gedeelte van de prei. Er is in de vegetatieve fase geen stengel aanwezig. Pas onder invloed van kou in de winter, wordt de prei generatief en gaat dan eind april of begin mei een stengel vormen. Dit gaat ten koste van de bladeren.
Aan de voet van de prei kan een verdikking optreden die knobbel genoemd wordt. Een knobbel is ongewenst omdat het verwijderen van de oude bladeren dan moeilijker gaat.
Snij het voetje van de prei er altijd eraf inclusief het allerlaatste taaie deel van het groen en de eventuele buitenste, vergeelde delen. Wees alert op zand, dat is het gevolg van de teelttechniek om de schacht mooi wit te houden. Zand haal je er op de volgende manier uit: snij de prei van onderaf in de volle lengte doormidden. Spoel de helften schoon onder stromend water en vouw de bladeren hierbij uiteen.
Laat prei nooit bruinen, de smaak wordt er bitter van. Te lang koken maakt prei slijmerig.
Prei is op een koele, droge plaats enkele weken houdbaar en in de koelkast wel 2-3 weken. Kant-en-klaar gesneden prei moet je niet langer dan een dag in de koelkast bewaren. Gare prei kun je tot 12 maanden in de diepvries (bij minimaal -18°) bewaren. Rauwe prei ook, mits je hem voor het invriezen 1-6 minuten blancheert.
Bekend is dat ook de Grieken en de Romeinen prei aten. Keizer Nero stond bekend als de preivreter(Porrophagus) omdat hij verslingerd was aan prei, vanwege de in prei aanwezige mosterdolie. De Romeinen verspreidden de groente over heel Europa.
In het begin van de 9e eeuw beveelt in Frankrijk Karel de Grote de teelt van prei in de koninklijke tuinen, en wordt prei geleidelijk aan gemeengoed in de Europese keukens.
De belangrijkste teeltgebieden in ons land bevinden zich in Noord-Brabant en Limburg. In Nederland worden vijf teelten onderscheiden:
Het Oudfranse woord "poree" gaat terug op Latijnse porrum of porrus. De oudste Nederlandse vorm 'poret' komt ook voor in het Oudfrans en is mogelijk ontleend aan middeleeuws Latijn porrata, dat ‘preigerecht, product van prei’ betekent.
De Middelnederlandse vormen met een -d- in het woord (porreide, poreyde, preyde) gaan terug op middeleeuws-Latijnse nevenvormen van porrata. In het Middelnederlands en Vroegnieuwnederlands bestond ook de samenstelling porlooc, letterlijk ‘preilook’.
In 1996 heeft de prei die al gedurende 400 jaar in het Normandische Crénce verbouwd wordt als eerste en enige preisoort de Europese PGI gekregen. Deze prei (ook Label rouge) wordt verbouwd op de zandige grond van Mielles, beschermd door de duinen langs het kanaal. De prei heeft een langere witte stengel en een zoetere smaak dan andere prei. De bodem wordt er van oudsher bemest met zeewier.
Ieder jaar op 1 maart viert Wales St. David's day. vernoemd naar de patroon Dewi Sant die overleed op 1 maart 589. Op St. David's day staat de prei centraal.
Volgens de Engelse dichter Michael Drayton zou koning Cadwalader van Gwynedd zijn soldaten hebben opgedragen een prei op hun helm te dragen om herkend te kunnen worden op het strijdveld. Of het waar is of niet, in Wales is de prei sinds de 6e eeuw een belangrijk symbool, dat je overal in terug ziet: op munten, in gedichten en op toneel, zoals in Shakespeares Henry V, zelfs op de statiejurk van Elizabeth II en op de hoed van de Welsh guards. In het nationale embleem van Wales staat de prei tezamen met de narcis, die in Wales bekend staat onder de naam Cenhinen Bedr, wat "Peters prei" betekent.
Op de jaarlijkse St. Davidsday, eet men traditioneel rauwe prei en Welsh cakes. Op bovenstaande foto verorberen twee Draggon troopers in Afghanistan geheel volgens dat gebruik een prei.
In Europees verband wordt een systeem van beschermde soorten gehanteerd voor producten die zich onderscheiden. Voor wat prei betreft is dat er tot nu toe één:
De afkortingen PDO en PGI staan respectievelijk voor Protected destination of origin en Protected geographical indication (in het Nederlands “beschermde oorsprong benaming”, respectievelijk “beschermde geografische benaming”).
Prei wordt veel gebruikt in de Europese keuken en bepaalde Aziatische keukens. In China bijvoorbeeld is prei gemeengoed in de noordelijke provicies, maar niet in de zuidelijke provincies. In de Kantonese keuken wordt prei vaak gecombineerd met rundvlees omdat men vindt dat prei de smaak ervan versterkt. In de Franse keuken wordt prei veelal in boter gesauteerd.
Prei is rijk aan mineralen (calcium, magnesium, ijzer en zoals gezegd veel kalium) en sporenelementen (koper, zink, borium, mangaan, selenium, jodium). De combinatie van veel kalium en zeer weinig natrium maakt prei diuretisch (vochtafdrijvend). Niet in het overzicht staat dat prei 9,5 mg choline bevat.
Het groene deel is rijker aan vezels (voor darm) en vitaminen (vooral provitamine A en vitamine C) dan de schacht. Het overzicht voedingsstoffen heeft -alleen- betrekking op het onderste deel van de prei (het wit en een gedeelte van het groen).