De plant heeft buisvormige, blauw-groene bladeren en de bol, de feitelijke ui, begint in omvang toe te nemen zodra de bladeren een bepaalde lengte bereikt hebben. Een uiplant kan wel 1 m 80 hoog worden. In de herfst gaan de bladeren liggen en worden de buitenste lagen van de bol droog en broos. Dan wordt de ui geoogst en gedroogd en zijn de uien klaar voor gebruik en/of opslag.
Geen beter beeld van de ontwikkeling van de plant als in de film in dit artikel waarin high-speed opnames van de groei van het uizaad uit 1942. De film maakt deel uit van een kleine serie films, de Junior Biology Series, waarvan dit de laatste was die ooit is verschenene. In dezelfde serie verschenen de levenscyclus van maës en schimmel (fungus). De films zijn opgenomen in de British Council Film Collection en met 119 andere korte documentaires op internet beschikbaar om te bekijken en te downloaden.
Een beroemde Franse ui is de Roscoff, voluit Oignon de Roscoff DOP, al sinds 2009 voorzien van een Franse appellation. Deze ui, verbouwd in de Finistère is een gele ui met een rode blos, met een doorsnede van 4 tot 8 cm. Hij is vernoemd naar de oude havenplaats Roscoff in de Grande-Bretagne. In 2013 heeft de ui ook Europese oorsprongsbescherming gekregen.
De gele ui is het 'werkpaard' in de internationale keuken, en heeft een lichtbruine tot goudgele schil en groenachtig wit tot bleekgeel, stevig vruchtvlees. Hij heeft een pittige smaak en is zeer veelzijdig. Gele uien zijn het hele jaar door verkrijgbaar uit 'eigen' Nederland.
Bewaar uien niet in de koelkast, maar op een koele, goed geventileerde plaats, zoals in een uienpot.
Zeker is hoe dan ook dat de Egyptenaren de ui cultiveerden. Zij zagen de ui onder meer als het symbool van het universum en gaven het een naam die ze ontleenden aan het Latijnse "unus", wat "één" betekent. Ook de Grieken en Romeinen waren overtuigd van de ui, zijn krachten en zijn medicinale werking. De laatsten zorgden voor de verspreiding van de ui over West-Europa.
Het woord ui is een verbastering van het woord ajuin, dat nauw verwant is met het Engelse onion en het Franse oignon. De familienaam Allium is de historische Latijnse benaming voor de knoflookfamilie, en zou uit het Keltisch zijn overgenomen, waar het woord "all" scherp (van smaak) betekent.
In Europees verband wordt een systeem van beschermde soorten gehanteerd voor producten die zich onderscheiden. Voor wat uien betreft zijn dat:
De afkortingen PDO en PGI staan respectievelijk voor Protected destination of origin en Protected geographical indication (in het Nederlands “beschermde oorsprong benaming”, respectievelijk “beschermde geografische benaming”).
Dat laatste ontstaat door de beschadiging van cellen die een prikkelend gas (syn-propanethial-S-oxide) afgeven. De traanklieren reageren daar in de regel heftig op, met het doel de ogen te reinigen van de prikkelende stof. Door te werken met koele uien wordt het probleem van gasvorming minder; ook goede ventilatie helpt.
De meeste ui-cultivars bestaan voor zo'n 90% uit water en 4% suiker. Ze bevatten veel vitamine C, B6 and foliumzuur en goede vezels.