Centraal staat vis. In dit geval ikan aso-aso, gedroogde makreel. Vervang deze eventueel door gedroogde ansjovis. Maak de sambal zo scherp als je zelf wilt door te spelen met de verhouding tussen de mildere Spaanse pepers en de Cabai rawit, vurige pepers. Calamansi-sap is het sap van een zure mandarijnhybride, de calamondin, hier vooral bekend als een (eetbare) sierplant. Vervang dit sap desgewenst met limoensap.
Snijd alle pepers in stukken en doe deze in een koekenpan, de fijngesneden sjalotjes en de platgedrukte kemirinoten in een andere, om ze gescheiden te fruiten. Haal de pannen van het vuur wanneer de geuren duidelijk vrij komen.
Wrijf de andaliman en de kemirinoten bij, en doe daarna hetzelfde met de pepers.
Hak de vis fijn, of maal deze fijn in een blender. Niet te fijn, je moet de vis wel terugvinden in de sambal. Werk de vis, de sjalotjes en het calamansi-sap met een lepel door de sambal, en geef deze bijvoorbeeld bij een gulai, zoals gulai daun singkong (gulai van cassaveblad).