Het is een variant op sambal tumis, de traditionele smaakmaker in nasi lemak. Beide sambals bevatten als basis chilipepers, belacan, ui, knoflook en tamarindesap. In sambal belacan worden uitsluitend verse pepers gebruikt in tumbis zowel verse als gedroogde pepers. De scherpte is afhankelijk van de hoeveelheid zaadjes in de sambal en de gebruikte chilipeper. In hetere versies gebruikt met cili padi (bird's eye).
In plaats van belacan worden ook wel gedroogde, witte garnalen gebruikt.
Sambal is een smaakmaker en bijgerecht uit de Indonesische archipel. Hoewel het fenomeen sambal zeker ouder is, zijn de huidige chili-sambals ontstaan nadat de Portugezen de chili introduceerden, vroeg in de zeventiende eeuw, kort na de ontdekking van Amerika.
Grill de garnalen en laat ze afkoelen. Besprenkel ze met wat citroensap en zout en laat ze 15 minuten staan.
Snijd de tomaten in plakjes en het limoenblad in dunne reepjes.
Rooster de tomaten en rooster de kemirinoten en de chili's apart, elk zo'n 3 minuten. Wrijf de noten en de chili's in een vijzel tot een gladde pasta.
Voeg de tomaat, zout en suiker toe, en wrijf het geheel tot een pasta, waarin je niet alle garnaal pureert, maar nog stukjes garnaal kunt zien en voelen.
Meng op het laatste moment de sambal en de basilicumblaadjes en het gesneden limoenblad, en voeg nog wat limoensap naar smaak toe. Dien direct op.