top
overzicht aria-hidden="true" title="inhoudsopgaven">
Wilde selderij
Kruiden en specerijen (Apiaceae)
(WILDE) SELDERIJ overzicht
 
WILDE SELDERIJ LANGS KANAAL VAN GENT NAAR TERNEUZEN | © P. MEININGER

(WILDE) SELDERIJ

Selderij (Apium graveolens) is een tweejarige plant uit de familie van de schermbloemigen (Apiaceae). In het Nederlands onderscheiden we snij-, bleek- en knolselderij. De eerste wordt gebruikt als kruid, beide andere als groente. Deze pagina gaat specifiek over de wilde selderij.

Wilde selderij is een halophyt, een plant die op zilte, vochtige grond, in ons land de kwelders en schorren, te vinden is. De wilde vorm van selderij heeft veel weg van bleekselderij: gegroefde stengels en wig-vormige bladeren. De stengels worden in de regel niet gegeten, behalve in Frankrijk waar men ze in soepen en stoofschotels doet. De bladeren worden in salades gebruikt, de zaden als kruid. Bleekselderij is milder en zoeter van smaak, dat is het resultaat van cultiveren en telen (bleken).

Oorsprong en verspreiding

Selderij is al heel lang bekend in het Middellandse zeegebied waar het vermoedelijk ook zijn oorsprong heeft. Hoe het precies zit, is moeilijk te traceren omdat men in die tijd selderij en peterselie vaak niet elkaar hield.

Dat gold zeker voor de Oude Grieken. De Romeinen daarentegen gebruikten wel degelijk selderij, zowel de zaden als de bladeren. De selderij die zij aten, was beduidend bitterder dan de huidige soorten zijn.

In de Middeleeuwen werd selderij vanuit het Middellandse Zeegebied naar Centraal en Noord-Europa gebracht. Dat gebeurde vanuit de de keizerlijke landgoederen en vanuit de kloosters, waar selderij werd verbouwd. Selderij is opgenomen in de Capitulare de villis, waarin het 'apium' wordt genoemd. De Capitulare de villis is een verordening uit een reeks capitularie die hij schreef, en die behoort tot de pre-800 capitularies, daterend van rond het jaar 795. Karel de Grote schrijft hierin voor hoe de keizerlijke landgoederen moeten worden ingericht, gebruikt en beheerd.

Taalkundige aspecten, etymologie

In het Latijn werd selderij sedano of apium genoemd. Aan laatstgenoemde is het Duitse eppich ontleend. In Gelderland en Overijsel wordt selderij wel eppe of boerneppe genoemd. De oorsprong van het woord selderij is vermoedelijk het Griekse Εleioselionn, dat peterselie betekent. Dit woord werd ook gebruikt in het Oud-Latijn en later verbasterd tot selero (italiaans), waarvan het meervoud seleri was.

VERTALING SELDERIJ

engels
celery
frans
céleri
italiaans
sedano
spaans
apio
duits
sellerie, eppich
hindi (india)
ajmoda
vietnamees
cần tây
chinees
qin cai 芹菜
kantonees
kan coi
 

Duurzaamheid

Wilde selderij staat in ons land op de Rode lijst van beschermde planten als vrij zeldzaam en sterk afgenomen in het wild. Op de Internationale Rode lijst (IUCN) is wiilde selderij aangemerkt als 'least concern' vanwege de wereldwijde verspreiding en groeiende populatie. Alleen in Zweden is het een bedreigd plantensoort.

Bronvermelding update maart 2020

Nutritional attributes of herbs | Crop & Food Research Confidential Report No. 1891, L.J. Hedges & CE Lister, april 2007 Celery | Wikipedia (EN) Plant database | The plantlist, Royal Botanic Gardens, Kew and Missouri Botanical Garden Celery | Gernot Katzers's Spice pages Selderij | Waarneming.nl Selderij | De oerakker