De botanische naam van snij- of bladpeterselie is Petroselinum crispum, letterlijk 'knapperige peterselie'. Deze naam dankt de plant aan de knapperige textuur van het blad. Er zijn twee soorten bladpeterselie:
.Peterselie wordt in heel Europa op grote schaal verbouwd. Een deel wordt vers, in bosjes aangeboden, een deel wordt gedroogd. Platte peterselie heeft een hoger gehalte aan etherische oliën een fijnere smaak dan krulpeterselie. Het heeft ook een hoger vochtgehalte, reden waarom voor het drogen van peterselie veelal voor krulpeterselie wordt gekozen.
Peterselie is een groen kruid, dat als eenjarige plant verbouwd wordt in subtropische en tropische gebieden. In gematigde klimaten groeit het als een tweejarige plant. In het eerste jaar vormt de plant een rozet en een penwortel. De penwortel is de opslag van voedsel, die de plant in staat stelt te overwinteren, en in het tweede jaar opgaande stengels te vormen. De rozet is opgebouwd uit drievoudige bladeren met talrijke kleine blaadjes, in het tweede jaar zijn de blaadjes groter en schaarser. In het tweede jaar trekt de plant ook in bloei, en vormt hij zaden.
De sterk vertakte plant groeit tot maximaal een meter hoogte. Vanzelfsprekend laat een boer die peterselieblad wil oogsten de plant niet zover uitgroeien. Hij zal de peterselie sowieso oogsten voordat hij bloemen vormt. Het oogsten kan meerdere keren per jaar plaats vinden, door de plant dicht boven de grond af te snijden, te maaien met andere woorden. Zodoende kan de boer iedere drie tot vier weken een snede maken, tot wel vijf snedes per jaar.
De stengels zijn cilindrisch, gegroefd en hol. De donkergroene, glanzende bladeren zijn samengesteld, plat of gekruld, naargelang de variëteit. Ieder blad staat op een bladsteel. Die is het langst bij de onderste bladeren. De bladeren worden van onder naar boven minder gesteeld en minder gesegmenteerd. De bladeren in de top bestaan veelal slechts uit enkele segmenten.
De bloeiwijze is karakeristiek voor de schermbloemfamilie, eind- of okselstandig. De bloemen zijn klein, geelgroen en hermafrodiet. De vrucht is eivormig, en slechts 2-3 mm lang. De vrucht splitst zich in twee mericarpen wanneer hij rijp is, met elk vijf smalle ribben. Wanneer de zaden rijp zijn, sterft de plant gewoonlijk.
Niet alleen omdat het gemakkelijk verkrijgbaar is, maar ook omdat gedroogde peterselie weinig smaakvol is, gebruiken we peterselie vooral vers. Peterselie is ook gemakkelijk te verbouwen, dus een plantje in of bij huis is in de regel geen onoverkomenlijkheid.
Peterselie is het hele jaar door vers verkrijgbaar, in bosjes verkocht of (onnodig en onnodig duur) in blisterverpakking. Daarnaast is gedroogde en gevriesdroogde peterselie verkrijgbaar en fijngemalen (krul)peterselie.
Geen groene saus of salsa waar ook ter wereld zonder peterselie, in de Levant is peterselie het hoofdingrediënt in tabouleh.
Bewaar verse kruiden altijd in de koelkast, gewikkeld in een vochtige doek tegen uitdroging. Bevochtig en vernieuw de doek met enige regelmaat en verwijder takjes met bladeren die geelkleuren of verwelken, dan houd je peterselie zeker twee weken goed.
Peterselie is inheems in Turkije, Libanon, Algerije en Sardinië. In de derde eeuw voor Christus werd in Sardinië uit de daar groeiende wilde peterselie het kruid 'peterselie' geteeld.
Of de oude Egyptenaren de plant gebruikten is onderwerp van discussie. De Romeinen en de Grieken kenden het zeker. Dioscorides beschreef een zaad dat in Syrië gegeten werd, en noemde dat sison. Vermoedelijk doelde hij op peterselie: "Sison is een op apium [selderij} gelijkend zaadje dat in Syrië groeit - wat lang, zwart, met een bijtende smaak. Het wordt genomen in een drankje voor de milt, pijnlijk urineren, en het vasthouden van de menstruatie. De inwoners gebruiken het als saus, en eten het met cucurbita [meloen} gekookt met azijn. Het heeft (als het ware) veel kleine korrels op de toppen."
Voor de Romeinen was peterselie in de eerste plaats 'dood en verderf' en in de tweede plaats bescherming en zuivering. Om die laatste reden gebruikten ze peterselie in ruime mate als 'garnering', eigenlijk maskering van slecht voedsel.
Ook de Grieken associeerden peterselie met de dood. Volgens Plutarchus, een Romeins historicus (46-119 na Christus), buitte een Keltisch strijdheer dat uit en voorkwam zo een invasie door een Sterk grieks leger. Hij stuurde honderden ezels bepakt met peterselie in de richting van de Griekse troepen. Bij het zien er van namen de Grieken acuut de benen. En nog altijd ? De'eis thai selinon is een Griekse uitdrukking (er is alleen nog peterselie nodig), die de betekenis heeft van met één voet in in het graf te staan.
Onder Karel de Grote (742-814) werd peterselie vanuit het Middellandse zeegebied naar de keizerlijke tuinen en kloosters in het noorden en het midden van Europa overgebracht. In de Capitulare de villis, een verordening van Lodewijk de Vrome uit 795, wordt Petroselinum genoemd als plant die op zijn landgoederen aangeplant mocht worden, hetzij als voedselplant, hetzij als geneeskruid.
In de Slavische landen heeft peterselie de reputatie slechte geesten en heksen op afstand te houden. Daarom draagt een bruid in Pools/Oekraïens Galicië brood en peterselie onder haar arm op weg naar de kerk. In Moravië (Tsjechië) zaait men peterselie op Sint-Jansdag omdat dat de hekserij jegens koeien zou tegen gaan. In een linnen doek gewikkelde peterselie en knoflook zou een vrouw in het kraambed beschermen tegen hekserij.
Peterselie is door Linnaeus in 1764 ingedeeld bij de planten in het geslacht Apium, naderhand ingedeeld bij het geslacht Carum, thans behoort petserselie (weer) tot het geslacht Petroselinum, waartoe overigens alleen peterselie behoort. Hill publiceerde dit geslacht overigens al in 1756 in The British Herbal.
De botanische geslachtsnaam is tevens de klassieke Latijnse naam voor peterselie, afgeleid van de door Dioscorides beschreven Griekse benaming voor de plant, petroselinon. Dit woord is samengesteld uit petros (rots of steen) en selinon (selderij). De soortnaam 'crispum' duidt op de knapperigheid van het peterselieblad.
Vanwege de uiterlijke verwantschap van het blad met koriander, wordt peterselie in veel talen, zoals in het Chinees. koriander genoemd, vaak met het voorvoegsel 'Europees'.
Peterselie is rijk aan vitamine A en C, calcium, niacine en riboflavine.