Knoflookbieslook, ook Chinese bieslook genoemd, is het pittiger broertje van onze bieslook (Allium schoenoprasum), ook familie van de ui en de knofllook uit de lookfamilie (Allium). De bladeren van de knoflookbieslook zijn plat, en niet hol, zoals bij ui en knoflook (en bieslook). Ze missen de sterkte van een gras om rechtop te staan.
Het is een bolvormende vaste plant van 25-60 cm hoog. De bollen zijn cylindrische knolletjes van ongeveer een centimeter, die in dichte clusters groeien. De bloeiwijze is schermvormig, de bloemetjes zijn wit.
De stengels waaraan de bloemen groeien, zijn wel hol, en worden met en zonder bloemknop verkocht onder de naam Gau choy fa.
Snijd (of knip) verse bieslook niet te ver naar onderen, dat gedeelte van de stengel is taai. De bloemen zijn eetbaar.
Bieslook kan in de koelkast bewaard worden, liefst in een platic zak of gewikkeld in een vochtige doek. Zelf invriezen is niet aan te raden, maar kan; bij drogen verliest bieslook veel van zijn smaak.
De naam van de soort schoenoprasumis is afgeleid van het Griekse skhoínos (zegge) voort en práson (prei). [3] Zijn Engels naam chive is afgeleid van het Franse woord civse, van cepa, het Latijnse woord voor ui.
Bieslook wordt gebruikt als kruid en wordt daarom in kleine hoeveelheden gegeten. Bieslook zit vol van de vitaminen en mineralen. In 100 gram bieslook zit maar liefst 98% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C en 145 % vitamine A en 177% vitamine K. Er zit ook veel foiliumzuur. Daarnaast is bieslook rijk aan mineralen.
In bieslook zitten verscheidene flavonoïden waaronder quercetine, dat ook voor komt in appels, uien, groene thee en rode wijn, in kappertjes en kolsoorten als broccoli, bloemkool en boerenkool. Quercetine gaat deels verloren bij het koken en door schillen (appels).