Het is een vaste plant die 60-90 cm hoog wordt, met vierkante rechtopstaande stengels die sterk behaard zijn. Ook de zilvergrijze bladeren zijn behaard. De bladvorm varieert per gebied.
De Griekse salie bloeit van mei tot juli. De lipvormige bloemen rijzen hoog boven de bladeren uit en groeien in kransen van twee tot vier bloemen. Ze zijn rose van kleur tot lavendel. De bloemen zijn tweeslachtig en worden bestoven door bijen.
In de gebieden waar de Griekse salie van nature groeit, kan hij 'appels dragen', net als de bergsalie. Deze door de Cynipide galwesp veroorzaakte vlezige bollen, zijn circa 3 cm in doorsnede en worden gegeten. Ze smaken fris zoet-zuur.
Naar men zegt, is de kwaliteit van Griekse salie die op grotere hoogte groeit, beter dan die van in lager gelegen gebieden groeiende salie. Daardoor is de jacht geopend op de in het wild groeiende salie in de bergen. Daar valt hij ook ten prooi aan de geiten.
In Israël is een kruising ontwikkeld met de echte salie, die Newe Ya'ar heet. Deze cultivar wordt overigens ook vanuit de Verenigde Staten geclaimd, waar hij Kruid van het jaar 2001 is geweest. Deze salie heeft zilverkleurige bladeren die als kruid gebruikt worden. Ze smaken milder dan die van echte salie.
De bladeren worden op vergelijkbare wijze als echte salie gebruikt als kruid. Er wordt ook thee van gemaakt onder de Griekse naam faskomilo. Net als van andere saliesoorten wordt etherische olie gewonnen uit de hele plant.
In Griekenland worden de gallen (appels) gekonfijt, op een vergelijkbare wijze als waarop sukade van citron wordt gemaakt.
Griekse salie, ook wel Dalmatische salie genoemd, is voor het eerst afgebeeld op Minoaanse fresco's in Knossos (Kreta), die uit 1.400 voor Christus dateren. Hij komt net als veel andere soorten salie op uitgebreide schaal op het eiland Kreta voor. In het oosten van Kreta is het blad kleiner dan in het oosten en drievoudig gelobd.
De soortnaam fruticosa is ontleend aan het Latijn en betekent 'vruchtdragend'. Een synoniem is 'triloba' (Linnaeus) verwijzend naar de drielobbige bladvorm.
Van Griekse salie is bekend dat het keton-gehalte relatief laag is, de risico's dus minder (zouden) zijn. Dat is overigens nog geen vast staand feit.