Het is een vaste plant die circa 1 meter hoog wordt, een sterk vertakte struik. De stengels zijn vierkant, de blauwgrijze bladeren lancetvormig en zo'n 4 cm lang. Ze zijn behaard. De lipvormige bloemen staan in kransen van twee tot vier bloemen, en en zijn blauw tot rood-paars. De onderste lip is vaak lichter van kleur.
Deze salie bloeit van mei tot juli. De 'appels', die zich aan de jonge takken bevinden, zijn door galwespen gevormde vlezige gallen. Deze zijn circa 3 cm in doorsnede, en smaken fris zoet-zuur.
De bladeren worden op vergelijkbare wijze als echte salie gebruikt als kruid. Er wordt ook thee van gemaakt: 'fascomiglia'. Net als van andere saliesoorten wordt etherische olie gewonnen uit de hele plant.
In Griekenland worden de gallen (appels) gekonfijt, op een vergelijkbare wijze als waarop sukade van citron wordt gemaakt. Deze saliesoort woprdt in Griekenland om die reden ok wel appelsalie genoemd.
De soortnaam pomifera is ontleend aan het Latijn pomum-fero, dat 'op appels gelijkend' betekent.