Guinese yams zijn de eetbare wortelknollen van de Dioscorea cayennensis ssp. rotundata, of Dioscorea rotunda. Deze yamsoort is alleen in geteelde vorm bekend, een afstammeling van de wilde Dioscorea praehensilis. Gewoonlijk wordt deze yam de witte yam genoemd. Verwarrend genoeg worden wateryams, die met het violette vruchtvlees, ook witte yam genoemd. Maar deze witte yam heeft een lichtbruine schil en wit, zoet vruchtvlees. Net als bij de wateryam heeft ook de witte yam een evenknie onder de zoete aardappels.
Het is onduidelijk of de witte en gele yam verschillende soorten zijn met dezelfde voorouder, of dat de witte yam een ondersoort is van de gele. Beide zijn hoe dan ook identieke klimplanten die éénmaal stengels vormen en 10-12 meter hoog worden, hebben dezelfde stengel en groeiwijze, bladvorm en bladstand, beide met langwerpige broedbollen van hoogstens 3,5 centimeter lengte. De wortelknollen hebben een gladde schil, zijn soms licht 'behaard'. De witte yam is tropisch, verlangt een temperatuur tussen 20 en 30°, bij lagere temperaturen vertraagt de groei.
De plant wordt geteeld vanuit de knollen of delen daarvan van het vorig seizoen. Daartoe wordt 20% van de oogst opzij gezet. Deze worden tussen februari en april geplant, en afhankelijk van bodem- en weersgesteldheid 6-8 maanden daarna geoogst. De oogst moet met zorg gebeuren om de knollen niet te beschadigen. Op de juiste manier geoogste yams 'slapen' hoogstens drie maanden voor ze uit lopen, d.w.z. scheuten vormen.
Soms wordt een tweede oogst gehaald. Wanneer de plant onbeschadigd is na de eerste oogst tenminste, zal deze 2-3 maanden later opnieuw geoogst kunnenvormen. Bij de gele yam is de eerste oogst tevens de enige, en vindt na 10-12 maanden na het planten plaats. De zetmeelkorrels van de witte yam zijn in de regel grover dan die van de gele.
Koop alleen gave yams. Geadviseerd wordt om de wortel donker en koel te bewaren, wat bij weinig yams hoeft. Wikkel de wortels in vochtig krantenpapier of een doek, dan blijft deze zeker twee weken goed. Geraspte knol kan goed ingevroren worden.
In Afrika is het gebruik om de yam te schillen en tot een deeg te stampen. Van dat deeg worden balletjes gedraaid die in een saus of soep gedoopt worden, om doorgeslikt te worden. Doorgeslikt betekent 'zonder de balletjes te kauwen'. Van yammeel maakt men kort voor de maaltijd - net als van verse yam - balletjes. Dat doet men met heet water. De eetwijze is bekend, niet kauwen, of toch.
Vrijwel alle yams komen uit West-Afrika, waar 95% van alle yams worden verbouwd. Nigeria alleen neemt het merendeel, circa 70%, voor rekening. De yam is voor Afrika niet alleen een belangrijk exportproduct, in West-Afrika bijvoorbeeld eet iedere inwoner zo'n zestig kilogram yam per jaar.
Behalve in West-Afrika worden de witte en gele yam verbouwd in Centraal en Oost-Afrika, de Caraïben, Brazilië, delen van Zuidoost-Azië (India, Vietnam) en de Philippijnen.
Het woord yam is afkomstig uit het Wolof, een taal die door de Senegalese Wolofs wordt gesproken. Zij noemen de knol nyam, wat onder meer kampioen betekent. In ander West-Afrikaanse talen bestaat een soortgelijk woord dat 'eten' betekent. Het woord is door de Spanjaarden en de Portugezen geleend en in het Portugees 'inhame', en in het Spaans 'iñame', later 'ñame' geworden. Ook het Frans en het Italiaans kent dit woord
De geslachtsnaam Dioscorea is vernoemd naar de Griekse botanicus Dioscorides. De soortnaam rotudundus verwijst naar de ronde knolvorm.
De witte yam is rijk aan oplosbare koolhydraten, vitamine C en thiamine Hij is bovendien licht verteerbaar.