De knol is langwerpig en heeft een karakteristiek stippelpatroon van de restanten van haarworteltjes. De knol bevat veel zetmeel, maar is minder geschikt als bindmiddel, minder geschikt dan de yamaimo of Japanse bergyam, de Dioscorea japonica. Een gemiddelde Chinese yam weegt zo'n 500 gram, maar de knol kan aanzienlijk groter worden, wanneer de yam op diepe leembodems wordt geteeld.
De knol is smaakvol en voedzaam.
Koop alleen gave yams. Geadviseerd wordt om de wortel donker en koel te bewaren, wat bij weinig yams hoeft. Wikkel de wortels in vochtig krantenpapier of een doek, dan blijft deze zeker twee weken goed. Geraspte knol kan goed ingevroren worden.
Wanneer je de yam schilt, kan het zijn dat je handen gaan jeuken, als gevolg van een allergische reactie. Je kunt dat effect verzachten met citroensap of wat verdunde azijn. Je kunt het voorkomen door de yam vooraf even in licht aangezuurd water te weken.
Hoewel de meeste yams gekookt worden, wordt de Chinese yam vrijwel altijd rauw gebruikt. Athans in Japan, waar de geraspte yam tororo heet en gebruikt wordt als bindmiddel in okonomiyaki, en als ingrediënt in udons of soba's.
Andere bereidingen van Chinese yam zijn roerbakken en roosteren. Dat laatste doe je door stukken yam (n schil) op een laagje zout te leggen en deze, afgedekt met aluminiumfolie bij 240 graden te roosteren. Dezelfde techniek pas je toe bij het roosteren van zoete aardappelen. Kruid het zoutbed met enkele geurige szechuanpepers.
De knol bevat ongeveer 20% zetmeel en 75% water. Hij bevat ook slijmstoffen, amylase, aminozuren en glutamine. Het zetmeel van de Chinese yam bevat amylase, dat de eigenschap heeft de spijsvertering te bevorderen. Amylase mag niet te hevig verhit worden, dan verliest het zijn digestieve eigenschappen.