In diverse talen wordt het woord yam als containerbegrip gebruikt, maar vooral in de Engelse taal. Het woord yam, dat ook in de Nederlandse taal is ingeburgerd, zou afkomstig zijn van de benaming van cassave in het Wolof, en taal die in West-Afrika wordt gesproken: ñàmbi. Portugese handelaren namen het over en verbasterden het tot inhame, in het Spaans ñame en in het Frans igname.
In het Catalaans zie je een overgangsvorm naar de vele variaties op thema yam (jam, iams, jamms, yam, yams) in Europa, met het woord nyam. In het Nederlands wordt het woord 'broodwortel' wel in dit verband gebruikt, dit is de benaming van de Psoralea esculenta of prairy-raap, een wortel die door de nomadische bevolking van de Grote vlakten (Great Planes) - en later door reizende kolonisten - werd gegeten.
Dat 'yam' een containerbegrip is geworden blijkt wel uit het feit dat men de zoete aardappel (Ipomoea batatas) in de Verenigde Staten yam en in Duitsland Yamswurzel noemt. In Australië gebruikt men yam voor de wortels van de asterachtige Microseris lanceolata, de murnong of yam daisy, in Nieuw Zeeland voor de oca (Oxalis tuberosa) in Maleisië en Singapore het woord cocoyam voor de taro (Colocasia esculenta) en in veel Afrikaanse en Aziatische landen voor de wortel van de aronskelkachtige Amorphophallus paeoniifolius, één van de twee soorten olifantspoot-yam.