Pruikenbomen behoren tot de cashewfamilie (Anacardiaceae), een uitgebreide familie van struiken en bomen waaraan de pistachenoot, de cashewnoot en de mango groeien en waarvan het hars mastiek (Pistacia lentiscus) en het kruid sumac worden gewonnen.
De pistacheboom en de mastiekboom behoren beide tot het pistachegeslacht, dat een twintigtal bomen en struiken bevat. De populaire pistachenoot is de vrucht van de Pistacia vera, de 'echte' pistache. Deze wordt veelal geënt op een onderstam, hetzij van de Pistacia terebinthus, hetzij van de (nog) sterkere Pistacia atlantica, de Bijbelse of Atlas pistache genoemd. Van elk van deze drie soorten worden de vruchtjes (nootjes) gegeten, van andere niet.
Op dit moment worden de volgende soorten Pistacia onderscheiden:
Er zijn wereldwijd vier geografische zones met een eigen pistache-populatie: Oost-Azië, Centraal- en Klein-Azië , het Middellandse zeegebied en Noord-Amerika.
In Oost-Azië komt de Pistacia chinensis voor, in Centraal-Azië en Klein-Azië de Pistacia vera, de Pistacia atlantica (ssp cabulica en mutica), de Pistacia eurycarpa, de Pistacia khinjuk en de Pistacia chinensis ssp integerrima. In Noord-Amerika komen van origine de Pistacia mexicana en Pistacia texana voor, in het Middellandse-Zeegebied de Pistacia terebinthus, de Pistacia lentiscus en de Pistacia atlantica.
Het woord pistache is van Perzische oorsprong, pista (پسته), en wordt in de meeste talen op gelijke wijze of soortgelijke als benaming gebruikt. In de Nederlandse taal waarschijnlijk via het dertiende eeuws Franse piustace, uit het Italiaanse pistacio en het Griekse pistákion.
Twee wilde pistachesoorten zijn 'bijna bedreigd' (Near threatened) op de Internationale rode lijst: de Pistacia vera, de pistacia aethiopica en de Pistacia mexicana. De Pistacia khinjuk is kwetsbaar (Vulnerable).
Bij normaal gebruik zijn pistachenoten. Pistachenoten van mindere kwaliteit kunnen het giftige aflatoxine bevatten, een schimmel die kan worden veroorzaakt door de Aspergillus flavus en de Aspergillus parasiticus. Europa hanteert strenge normen voor de inname van alfatoxine, dat behalve in pistachenoten kan voor komen in andere noten, gedroogd fruit, granen, zelfs melk.
De controle op alfatoxine in Europa is (zeer) streng, zeker vergeleken met de controle odaarop in India waar een ruim tien maal hogere dosering wordt toegestaan. Op grond van deze controle zijn pistachenoten uit Iran in 1997 tijdelijk in de ban gedaan.