Myristicine of apiol is een secundaire plantenstof, niet essentieel voor het metabolisme van de plant, maar onderdeel van het verdedigingsmechanisme, een plantengifstof. Het is een allylbenzeen, voluit geschreven 3-methoxy-4,5-methylenedioxy-allylbenzeen, behorend tot de fenylpropanoïden. Myristicine is een monoamine oxidase remmer en psychoactieve stof. Het een voorloper van amfetaminen als ecstacy (MDMA of 3,4-methylenedioxymethamphetamine). Myristicine vergiftiging kan convulsies, hartkloppingen, misselijkheid, zelfs uitdrogingen gevolge hebben. Het is ook bekend als sterke deliriant.
Het komt in ons voedsel voor. Nootmuskaat bijvoorbeeld bevat relatief veel myristicine, reden waarom de geur geassocieerd wordt met nootmuskaat. Maar ook schermbloemigen en diverse pepers. In kleinere hoeveelheden tref je myristicine aan in lipbloemigen. Maar geen andere plant bevat meer myristicine als nootmuskaat (Myristica fragrans). De zaden bevatten 4-12 mg per gram, meer dan peterselieblad (7,6%). Rauwe nootmuskaat (ook vers gemalen nootmuskaat) staat bekend om zijn psycho-actieve effecten, als gevolg van myristicine en elemicine, beide hallucinogenen. In lage doseringen is er geen merkbare fysiologische of neurologische respons, maar in grote doses (consumptie van één of meerdere noten tegelijk) is dat wel het geval.
Myristicine komt onder meer voor in: