Ze smaak heel aromatisch en intens zoet. Cuellovijgen worden in de maanden augustus tot oktober geoogst, en hoewel veel cuello's vers worden verkocht (een cuello heeft een dikke huid, wordt de vijg ook gedroogd. Je herkent er in één oogopslag de halsvormige vijg in.

Daarnaast groeit de vijg elders in Spanje in Aragon, Catalonië, in de Pyreneën, en in Frankrijk in de Lanquedoc en Roussillon. In Algerije, waar hij in het noorden in Kabilië groeit, wordt de vijg d'Abouch takli genoemd, wat 'de borsten van de zwarte vrouw' betekent. Hiermee wordt ontegenzeggelijk op de zwarte soort gedoeld.

Taalkundige aspecten, etymologie

De Cuello de dama is voor het eerst in 1826 door Risso beschreven. Hij noemde de vijg Ficus carica domina, de damesvijg.