De smaak van de knapperige, crêmekleurige crosne lijkt vaag op die van de bloembodem van de artisjok (Cynara cardunculus), de bereiding op die van de aan de artisjok verwante aardpeer, ook wel Jeruzalem artisjok genoemd, ook een lastig te schillen wortelknol. De textuur van crosnes lijkt eerder op die van waterkastanje. Ze smaken licht zoet.
Wanneer je crosne in het winkelschap aan treft, is die vermoedelijk van Franse teelt, waar de crosne sinds het eind van de negentiende eeuw wordt verbouwd in de Val de Loire, de regio Parijs, in Bretagne, Bourgogne en de Somme.
De oogst van de wortelstokken is bewerkelijk. Wanneer je een enkele plant wilt oogsten, is het relatief simpel. Eerst ontgraaf je de knolwortel voorzichtig. Hierbij raken de worstelstokjes los. Ze kunnen nu stuk voor stuk worden opgeraapt. De plant hoeft niet in zijn geheel gerooid te worden. Het overblijvende deel van de plant wordt tot een decimeter boven de grond gesnoeid. Planten die in pot worden geteeld, kunnen natuurlijk gekeerd worden, daarmee is een stuk eenvoudiger om de wortelstokjes te oogsten.
Soortgelijk 'knolletjes' zijn de blozend-rode Peruaanse oca (Oxalis tuberosus), en de mashua (Tropaeolum tuberosum)
Crosnes zijn te koop van november tot en met januari, onder meer van het merk Prince de Bretagne. Wikkel ze in een vochige doek, zodat ze niet uit drogen. Alleen dan kun je ze langere tijd bewaren, tot maximaal een maand. Buiten de koeling zullen ze snel verdrogen en verrotten. Houd daar rekening mee bij aankoop.
En . . hoe kleiner het worteltjes hoe delicater de smaak. Grotere knolletjes smaken eerder als aardappel dan als aardpeer.
In de Franse keuken wordt de crosne gekookt en net als in Japan als bijgerecht geserveerd. De kooktijd van crosnes bedraagt 6-7 minuiten in water, in een gesloten pan. In Japan kent men de wortels sinds 1675, het jaar althans waarin ze voor het eerst in Japan beschreven worden. In Japan worden de cosnes in de kleuren rood (shiso-azijn of aka umesu) en zwart (zwarte azijn) met Nieuwjaar geserveerd asl onderdeel van de osechi. In plaats van zwart gekleurde wortels worden vaak zwarte bonen gebruikt.
In China worden de knolletjes in gekruid zuur (azijn) ingelegd en (soms) al bij het ontbijt gegeten. Hij kan ook rauw gegeten worden, en in salde verwerkt.
Kook de knolletjes niet onnodig lang, ze verliezen al snel hun knapperigheid en smaak. Een goede methode is ze voor te koken door ze twee minuten in kokend water te houden en direct terug te koelen in ijswater, wanneer je ze in een gerecht gebruikt. Kook of roerbak ze daarna nog hoogstens enkele minuten mee. De totale kooktijd bedraagt hooguit 6 minuten.
In ons land komen de meeste crosnes uit Frankrijk, maar sinds kort ook uit België. Eerder werd de plant ook in Engeland verbouwd, door ziekten is die teelt in de zeventiger jaren volledig stil gevallen. Populair was de crosne in de negentiende eeuw, tot aan de jaren 20 van de twintigste eeuw. Pas een jaar of tien geleden kwam de crosne weer terug in beeld, met de opkomst van andere 'vergeten' groenten zoals de Jeruzalem artisjok en de rutabaga.
Chinese artisjokken zijn rijk aan eiwitten en betaïne, maar bevatten tevens een polymeer, stachyose genoemd, dat niet verteerbaar is een winderigheid kan (zal) veroorzaken. De calorische waarde is 75 (kCal). Honderd gram crosne bevat 15 gram eiwitten.