Deze drie mosterdsoorten zijn genetisch verwantschap, dat noemt men de driehoek van U. Dat is een theorie die stelt dat de genomen van drie voorouderlijke soorten Brassica gecombineerd zijn tot deze drie oliehoudende gewassen. Deze theorie, gesteld door de Koreaans-Japanse botanicus Woo Jang-choon in 1935 is onder meer bevestigd door recente DNA-studies.
Witte mosterd is een plant uit het geslacht Sinapis uit de familie van de Kruisbloemachtigen (Brassicaceae). Het geslacht Sinapis is nauw verwant met een ander geslacht uit deze familie, de kolen (Brassica), waartoe de bruine en zwarte mosterd behoren.
Witte mosterd heeft gele bloemen, anders als de naam doet vermoeden. In ons land wordt hij om die reden meestal gele mosterd genoemd. Het is een eenjarige plant die 100-120 cm hoog wordt en licht behaarde bladeren heeft. De zaden bevinden zich in een vrucht, de hauw genaamd. De zaden zijn rond, hebben een doorsnede van circa 2 mm en zijn zeer olierijk.
Van de plant wordt alleen het zaad gebruikt.
Er zijn al oude beschrijvingen in het Sanskriet bekend van zo’n 5.000 jaar geleden en ook wordt mosterdzaad genoemd in het Nieuwe Testament, waar het Koninkrijk van de Hemel wordt vergeleken met een mosterdzaadje, vrijwel zeker deze mosterdsoort.
Mosterdzaad bevat naast de al beschreven vetzuren veel vitaminen uit het B-complex: foliumzuur, vitamine B6 en B3, en vitamine E. Daarnaast veel mineralen zoals calcium, mangaan, koper, ijzer, selenium, sulfaat en zink. In mosterd zitten de antioxidanten flavonoïden en carotenoïden, zoals zeaxanthine en luteïne.
Het zaad van de witte mosterd bevat ongeveer 30% olie, die voor 60% uit enkelvoudig onverzadigde vetzuren bestaat, waarvan 42% erucazuur en 12% oliezuur. Het bevat 21% meervoudig onverzadigde vetzuren waarvan 6% het omega 3-vetzuur alfa-linoleenzuur en 15% omega 6-linolzuur en het heeft 12% verzadigde vetzuren. De mosterdsmaak wordt veroorzaakt door een glycoside, het scherp smakende sinalbine.
Respecteer het copyright !