Mede om die reden heeft de Cipollotto nocerino uit de regio rond Nocera DOP-status (Denominazione di Origine Protetta). Het DOP-certicaat is in 2008 verleend. Tot die tijd was de productie van de Nocerino generatie op generatie een regionaal product dat inkomsten verschafte aan duizenden in de regio
Het vruchtvlees is sappig en zoet van smaak, de bladeren zijn helder groen. Men eet in Italië alleen het witte deel, de bol. Men eet deze rauw of kort gebakken. De ui wordt geoogst wanneer de bol 2-4 cm (typisch voor kleine tot middelgrote uien) groot is. De bol heeft dan zijn karakteristieke cilindrische vorm, afgeplat aan de uiteinden, met een lichte verdikking aan de basis van de bladeren. De kleur van de bollen moet aan de binnen- en buitenzijde volledig wit zijn.
De geschiedenis van de ui houdt niet op bij de Romeinse periode, want stond ook voor gezonde voeding in de middeleeuwen. De verbouw van de Nocerino was heel exclusief in die zin dat er in de valleei geen andere uien ge&i;ntroduceerd zijn. Men kom hem bovendien vier maal per jaar oogsten.
Uit midden Latijn is als kloosterwoord ook het midden-Nederlands cipel, sipel en chibole en midden-Noordduits Sipolle, Sipel en Zipolle overgenomen. Hier zien we al een aanleuning met bol. Het oud-Hoogduitse Zwibolla, Zwibel bij Bock, midden-Hoogduitse Zwibolle: tweevoudige veelhuidige bol, omvat het ganse woord. Overwonnen heeft het woord Zwibel als Luthers vorm. Waarschijnlijk is het woord een vermenging van het Germaanse woord polla (Grieks bolbos, Latijn bulbus en Engelse bulb) en Romeinse cepula. Polla, bolle, knolle en vele naamsafleiding zijn hiervan bekend. In het Fries komt het woord, als sipel, ook voor. De uivormige torenspitsen van bijvoorbeeld Dwingeloo, Noordwolde en Deinum worden in de volksmond dan ook de Siepel genoemd.
De allerkleinste soorten ui die heel zoet van smaak zijn worden Cepullae genoemd. Scissiles of Fissiles Cepae zijn uien die ‘s winters hun loof houden worden en waarvan men in de lente de bladeren aftrekt. De soort die dikwijls geschoren en gesneden wordt heet soms scheerui en in Italië cipolla satile.
Het Engelse scallion is gerelateerd aan het Griekse askolonion, wat ontleend is aan de stad Ashkelon. In het Engels heeft de sla-ui tal van benamingen waaronder , vaak gebruikt, Welsh onion dat overigens niets met Wales van doen heeft. Welsh verwijst in dit verband naar het Pud-Engelse "welisc" zoals het Oud-Duitse "Welsche", wat 'buitenlands' betekent.
In Europees verband wordt een systeem van beschermde soorten gehanteerd voor producten die zich onderscheiden. Voor wat bosuien betreft zijn dat:
De afkortingen PDO en PGI staan respectievelijk voor Protected destination of origin en Protected geographical indication (in het Nederlands “beschermde oorsprong benaming”, respectievelijk “beschermde geografische benaming”).
De witte delen van geroosterde cipollotto's worden ingelegd in olijfolie met azijn, suiker, opeper en zout, gebruikt als voorgerecht (antipasto) of als bijgerecht van het hoofdgerecht. Richtprijs € 10,00 voor een potje met 180 gram ui. Zeer exclusief dus.