Hij lijkt uiterlijk op de chinookzalm, maar is kleiner. Een volwassen cohozalm weegt gemiddeld tussen 3 en 5 kilogram, maar kan een gewicht van wel 15 kilogram bereiken, nog geen derde deel van het gewicht dat een chinook kan bereiken.
De cohozalm heeft zoals andere zalmen een torpedovormig lichaam met achter op de rug een vetvin. Volwassen zalmen hebben in de oceaan een helder zilveren kleur, met een blauwe, blauwgroene rug. Ze paaien in relatief diep water aan het eind van de winter. Wanneer het vrouwtje de eieren heeft gelegd, ze doet dat in vier tot vijf broedsels, hoedt ze daar enkele dagen tot enkele weken over, waarna ze sterft.
De eieren komen drie tot vijf maanden later uit en dan begint de snelle transformatie van larve (alevin) naar jonge vis. De jonge coho-fry verblijven een jaar of twee jaar in het zoete water. De ontwikkeling van fry naar smolt vindt op het allerlaatst plaats, na hun eerste winter. Sommige smolts trekken al in het voorjaar richting zee, maar verblijven dan eerst een periode in de brakke estuaria; andere trekken rechtstreeks naar zee, in de regel in de periode van maart tot juli.
Volwassen coho-zalmen verblijven 1- 3 jaar in de oceaan voor ze naar hun paaigrond terug keren. Zoals veel zalmsoorten eten de jonge zalmen vooral plankton en insecten, en schakelen in het zoute water over op kleine visjes.
Cohozalm heeft een goede reputatie als het op smaak aan komt. Het vetgehalte, een belangrijke factor bij de bepaling van de smaak, benadert dat van sokeyezalm en chinook (koningszalm).
De hier gegeven bereidingstijden zijn een indicatie, bovendien slechts een kleine selectie van de bereidingswijzen van zalm.
De cohozalm is é´n van de zes zogenaamde Alaskazalm-soorten: Chinook, Chum, Coho, Pink (rose), Sockeye (rood) en Steelhead.
De geslachtsnaam Oncorhynchus komt uit het Grieks en duidt op de snuitvorm, 'onco betekent haak, rhynchus betekent bek. De soortnaam kisutch is afgeleid van het Siberische ки́зуч. Coho is een verwijzing naar de oorspronkelijk bevolking van het Zuidoosten van Alaska tot de kust van Oregon. De Tlingit clan noemt zich zelf naar de vis het Coho volk, een geuzennaam. Zij, en de bewoners van het zuidoostelijk deel van Alaska noemen de vis (vanzelfsprekend) coho, in overig Alaska wordt hij de zilverzalm genoemd.
Van de zeven geïdentificeerde soorten cohozalm (ESU's genaamd, Evolutionary Significant Units) zijn er sinds 1999 vier geplaatst op de Amerikaanse lijst van bedreigde diersoorten in de categorieë bedreigd (threatened) en in gevaar (endangered), de Central California Coast en de Southern Oregon/ Northern California Coast zalmen.
De cohozalm is in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw in Frankrijk terecht gekomen. Zeker 50.000 jaarlingen ontsnapten van een farm in het Normandische Varenne. Kort daarna zijn volwassen exemplaren gevangen in zuid-Frankrijk, het zuiden van Engeland en in het kanaal. Van de recente periode is daar weinig over bekend.
De volgende zalmsoorten zijn MSC-gecertificeerd (december 2014):
Alaska zalm (november 2007). Vangstgebied: de territoriale wateren langs de kust van Alaska.
Annette Island Reserve zalm (juni 2011). Annette Island Reservaat in Zuid-Alaska.
Iturup Island roze zalm (november 2007). Vangstgebied: Iturup Island, Rusland.
Brits Columbiaanse roze zalm (september 2009). EEZ wateren van Brits Columbia en de Canadese Stille Oceaan
Norady Severa-Bolsheretsk zalm (in behandeling). westelijk Kamchatka, Zee van Okhotsk en de rivieren Bolshaya, Opala en Kikhchik.
Sakhalin Island net trap roze zalm (juni 2012)Oost-Sakhalin Island, Rusland