Om een eind aan iedere verwarring te maken, er is maar één soort komijn, dat is het zaad van de Cuminum cyminum. Zwarte komijn, beter gezegd nigella, is het zaad van de Nigella sativa, geen verwant van de komijn. Bitter (zwart) komijn is het zaad van een familielid,, de Cuminum nigrum. Alle drie zijn eetbaar, alleen de eerste twee zijn hier bekend.
De karakteristieke smaak van komt komt van de aromatische verbindingen en de cuminyl-alcohol in de essentië olie. De aroma's komen het best tot uitdrukking wanneer je de zaadjes in de vijzel kneust of breekt, en kort roostert in een droge pan. Komijnzaad wordt in Nederland vaak djinten genoemd, de indonesische benaming, en is algemeen verkrijgbaar, zowel als zaad als gemalen. En in de vorm van komijnenkaas of nagelkaas, typisch Nederlands ? Wat te denken van de Noorse nøkkelost en de Deense kuminost.
Pas als de vruchten volledig rijp zijn bevatten ze de maximale hoeveelheid etherische olie, tussen 4 en 5%. De belangrijkste smaakcomponenten zijn:
Misschien is voor u het kopen van komijn een routine-handeling, u pakt het potje of zakje dat voor u ligt. Wist u dat het in kwaliteiten te koop is? De kwaliteit wordt uitgedrukt met een letter-cijfercombinatie CRE 101 tot en met CRE 105. Hoe kleiner het getal, hoe zuiverder de komijn en hoe groter en rijper de zaadjes. De beste komijn herken je ook aan termen als 'bold' of 'extra bold'. Let erop dat de komijn vers is, vaak is dat helaas niet het geval !
Komijnzaad wordt van oudsher in de Aziatische en Arabische keukens gebruikt.
In de Indiase keuken bijvoorbeeld wordt komijn - jeera - in tal van kruidencombinaties gebruikt, zoals in diverse garams. In de staten Gujarat en Maharashta gebruikt men een mengsel van gemalen geroosterde zaden van koriander en komijn in een verhouding van 4:1, en noemt dat dhana jeera poeder.
In de Indonesische keuken is komijn -djinten - onmisbaar. Het wordt in vrijwel iedere bumbu (kruidenmengsel) gebruikt, in nasi goreng, serundeng, satay, gulai, en allerhande vlees-, vis- en kipgerechten. Nederlanders die Indonesche gerechten bereiden, zijn vaak opgevoed met de eerste edities van de kook'bijbel' van Bep Vuijk, waarin hoofdzakelijk gemalen specerijen gebruikt worden. Bedenk dat dit boek is geschreven in een tijd dat de eerste toko's in Nederland verschenen en Aziatische producten nog nauwelijkls te koop waren. Advies: maal de zaadjes zelf.
In de Perzische keuken gebruikt men de zaadjes - zeereh - in rijstgerechten, zoals zeereh polow, sabzi polow en zamarod polow, in brood (naan)
Komijnzaad is net als gemalen komijn algemeen verkrijgbaar.
De Egyptenaren gebruikten komijn onder meer bij het brood. Ze maakten er een dukka mee, een mengsel van komijn, koriander en kaneel, met geroosterde noten, knoflook en zout. Plinius beschrijft hoe de Romeinen komijnzaad gebruikten komijn in brood, water en wijn, om medicinale redenen en omwille van de smaak.
Vanaf de Middeleeuwen is komijn in heel Europa een veel gebruikt kruid. Komijn wordt tegenwoordig over de hele wereld verbouwd, niet alleen in Europa en Azië maar ook in Zuid-Amerika. De grootste producent is India, dat 70% van de wereldproductie voor rekening neemt, maar het leeuwendeel ervan zelf consumeert. De komijn op de Nederlandse markt is afkomstig uit Egypte, Turkije en Iran, ook al vermeld de verpakking in de regel de Indonesche naam djinten. Daar komt het zéker niet vandaan. De oogst in deze regio's vindt in juni/juli plaats, gedurende de warme zomermaanden, in tegenstelling tot de oogst in India die al vanaf februari start.
De botanische geslachtsnaam is ontleend aan de Griekse benaming van komijn kúmĩnon, op haar beurt afgeleid van het Arabische kammũn. De Nederlandse benaming is vermoedelijk in de12eeeuw uit het Oudfrans overgenomen (comin).