De bruine boon is een stamboon, en wordt niet geleid, zoals het geval is met klimmende, windende bonensoorten. De plant wordt verbouwd om zijn zaden, de peul wordt niet gegeten. Hij wordt in september (voor de eerste nachtvorst) geoogst. Het merendeel van de zaden wordt gedroogd, een deel gaat rechtstreeks naar de conservenindustrie. De bonen voor de industrie rijpen en drogen aan de plant, zodat ze efficient, in één enkele gang gedorst kunnen worden.
De bruine boon staat bekend als een 'stukkoker', hij valt uiteen wanneer hij langere tijd gekookt wordt. Alleen de kleinere exemplaren zijn geschikt om als groente bereid te worden. Daarom belanden veel bruine bonen in een zetmeelrijke bonensoep. Hieraan dankt de bruine boon zijn reputatie als wintergroente.
Over de oorsprong van de bruine boon is weinig bekend, ook niet in Zweedse bronnen waar de 'bruna bönor' sedert de achttiende eeuw eveneens volksvoedsel zijn, en vooral op de eilanden Gotland en Oland verbouwd worden. Ook daar heeft de bruine boon, net als in ons land, geleden onder het stoffige imago uit de vorige eeuw van een onsmakelijke, tot pap kokende boon (refererend aan het kinderboek Bartje van Anne de Vries waarin de bruine boon in het arme Drentse gezin een iedere dag weer op tafel komende - want goedkope - groente was).
Nederlandse telers, overwegend Zeeuwse boeren (70% van de bruine bonen), signaleren een alsmaar afnemende belangstelling voor de bruine boon. In Zeeland worden bruine bonen door zo'n honderd telers - duurzaam - verbouwd. Voor veel boeren zal de omschakeling naar andere bonensoorten, denk aan witte bonen, cranberry bonen, pinto- en nierbonen onontkoombaar zijn.
Van de bruine boon zijn de Berna, Narda en de Kogelboon de meest verbouwde soorten. Het ovale type wordt vooral in ons land en in Scandinavië verbouwd. Speciaal ten behoeve van de Chinese markt wordt, zij het op kleine schaal, een rond type bruine boon verbouwd, de kogelboon.
Doordat 90% van de oogst bestemd is voor de industrie (gedroogd en/of geconserveerd) en de export gering is, is de tanende belangstelling voor de bruine boon bedreigend voor de inkomenspositie van de Nederlandse bruine bonen boeren. Zeker doordat de ovale, niervormige bruine boon ook vervangen kan woren door andere bruinkleurende bonensoorten, zoals de pinto en bepaalde gespikkelde soorten.
Bruine bonen worden in ons land onder meer in Zeeland en op Texel verbouwd.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de bereiding van gedroogde bonen in zijn algemeen. Hierin staat alles wat u weten moet over het wel of niet weken van bonen, het waarom, over het koken en over het schuimen van bonen. Lees dit artikel beslist.
De kookduur van (tevoren geweekte) bruine bonen bedraagt gemiddeld 50 minuten tot een uur. Alleen bonen die een jaar of langer geleden geoogst zijn, kunnen een langere kooktijd vergen.
Kak, één van de producenten van geconserveerde bruine bonen geeft aan dat de bruine boon 15,2% koolhydraten bevat, waarvan 13% in de vorm van polysachariden (zetmeel) en 2,2% in de vorm van suikers. Gedroogde bruine bonen bestaan voor ruim 40% uit zetmeel, het verschil zit in de opname van water.