De bruine kogelboon (Phaseolus vulgaris) is een lage stamboon van het type Franse dwergboon, die wordt verbouwd om zijn zaden, alhoewel van sommige soorten ook de peul eetbaar is. Hij wordt net als andere bruine bonen voor de eerste nachtvorst geoogst.
Anders als de gewone bruine boon is de kogelboon allesbehalve een stukkoker, ze blijven mooi heel en hebben een verfijnde smaak.
De landbouw op de vruchtbare Zeeuwse kleigrond wordt al eeuwen beschreven. Bruine bonen verbouwt men er net als de Blauwpeulerwt en de Walcherse erwt sinds de achttiende eeuw voor de lokale markt. Veel boeren verbouwden bovendien witte bonen, aanvankelijk voor de export naar Spanje, en later naar Frankrijk, België en Duitsland. Tegenwoordig verbouwt men in Zeeland nauwelijks nog witte bonen vanwege de scherpe buitenlandse concurrentie.
In de 1negendesup eeuw komt in Zeeland de kogelboon op. Hij staat onder andere beschreven in de 1negendee eeuwse kwekersgids van de gebroeders Sluis. Slow Food heeft de boon in de Nederlandse Ark van de Smaak opgenomen. Slechts enkele Zeeuwse boeren verbouwen de boon nog, die daardoor schaars is.
Kogelboontjes, zoals de bonen liefkozend genoemd worden, zijn hoofdzakelijk bij gespecialiseerde bedrijven verkrijgbaar.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de bereiding van gedroogde bonen in zijn algemeen. Hierin staat alles wat u weten moet over het wel of niet weken van bonen, het waarom, over het koken en over het schuimen van bonen. Lees dit artikel beslist.
De kookduur van (tevoren geweekte) bruine bonen bedraagt gemiddeld 50 minuten tot een uur. Alleen bonen die een jaar of langer geleden geoogst zijn, kunnen een langere kooktijd vergen.
Als bruine boon