Enzymen komen in tal van organismen voor, ook in ons eigen lichaam. Ze nemen deel aan reacties, zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Ze zijn werkzaam binnen een ruim temperatuurrange, van 0-110° , en een ruime pH-range, van 2 tot 14.

In de voedingsindustrie worden enzymen vanouds ingezet in fermentatieprocessen, zoals voor de omzetting van zetmeel in suiker. Denk hierbij aan gisten en mouten in de bakkerij en de brouwerij, en bij de fabricage van invertsuiker. Ook het bruiningsproces (Maillard-reactie) is een voorbeeld van enzymatische bruining, dat we ook kennen van de productie van thee, koffie en zwarte peper.

De ontdekking van het enzym staat op naam van Anselme Payen, een Frans chemicus. In 1833 ontdekte hij diastase. Daarnaast ook het koolhydraat cellulose.

Hoewel in de site de nadruk ligt op producten, kunnen we niet om essentiële biologische processen heen, en beschrijven we daarom ook de wermking (van enkele) enzymen, zoals de enzymen die betrokken zijn bij de omzetting van triglyceriden in ons lichaam, het triglyceride metabolisme. Eél;n daarvan is lipoproteinelipase of LPL, dat verantwoordelijk is voor het beschikbaar maken van ingenomen (geconsumeerde) vetten voor onze energiebehoefte.

Taalkundige aspecten, etymologie

De naam enzym is in 1878 bedacht door Kühne, afgeleid van het Griekse 'en zúmē' dat 'in zuurdesem' betekent. Kühne is ook de naamgever van trypsine, een eiwitafbrekend enzym, dat net als invertase in de dunne darm geproduceerd wordt .