Kleine galanga - of kleine galgant - is in ons land een minder bekende specerij dan laos, ook wel de grote galanga genoemd. Beide Alpinia's hebben lange, horizontale rhizomen. Ze zijn vergelijkbaar van smaak, minder scherp dan laos en gember maar zeer kruidig en wat zoetig.
De Alpinia officinarum is een overblijvende plant, die niet alleen voor de wortels wordt verbouwd, maar ook voor de vruchten. De gedroogde vrucht van de plant wordt gebruikt als substituut voor kardamom.
Hoewel de plant de kleine galangal wordt genoemd, wordt hij hoger dan de grote galangal, die zo'n 2 meter hoog wordt, en die zo ordt genoemd vanwege zijn dikkere rhizomen. De kleine galangal heeft net als laos lange, spitse bladeren, en draagt lelie-achtige rood-witte bloemen. De vezelige, horizontaal groeiende wortelstok is een centimeter of 10, met een doorsnede van 2 cm of minder, en is uit schijven opgebouwd. De schil is lichtbruin van kleur met zichtbare, donker getinte ringen. Het 'vlees' heeft een gelige, gemberkleur.
Kleine galanga is ongeveer even scherp als gember, maar zoeter, en scherper dan laos. De scherpe stof is galangol, dat hoewel de naam anders suggereert, ook in gember voor komt. De belangrijkste smaakcomponenten zijn:
De kleine galanga is in menig Indonesisch of Chinees speciaalzaak vers verkrijgbaar. De gedroogde vrucht en het poeder zie je echter zelden.
In Oost-Europa is de specerij veel algemener.
Net als laos wordt deze kleine galanga vaak gebruikt om vissige smaken te maskeren, zal ook de reden zijn waarom het in de Middeleeuwen zo populair was er was nog geen koeling en vis was niet altijd en overal even vers.
In Thailand gebruikt men de wortel geraspt in curries, bijvoorbeeld curries met garnaal, zoals Tom kha goong. In Indonesië gebruikt men het in saté's, hoewel men daar eerder inheemse laos zal gebruiken, net als en in Maleisië, waar het wordt gebruikt in laksa's. Een befaamd gerecht is de Balinese kruidenpasta ('jangkap' of bumbu) waarmee eend wordt ingewreven. Jangkap is een mengsel van kleine galanga, chilipeper, gember, sereh en kemiri.
Laos wordt meestal in plakjes gesneden en meegekookt of -gestoofd om naderhand uit het gerecht verwijderd te worden, kleine galanga kun je het beste vrij grof raspen, en opeten.
Verse galanga-wortel is in de koelkast een week te bewaren. Het best in een vochtige doek of in een bakje.
De wortel kan ook ingevroren worden. Snijd deze daartoe in handige porties, bijvoorbeeld in plakken. Door het ontdooien kan de wortel wel erg waterig worden.
Buiten deze landen wordt de kleine galangal in India en Hongkong verbouwd. De laatste is het centrum voor de handel in kleine galangal.
De plant heeft lange tijd furore gemaakt als geneeskundig kruid, zowel in China als in de Arabische wereld en Europa. De Oude Grieken en Romeinen kenden het niet. In het door de Moren overheerste Spanje beschreef men in de negende eeuw de hūlanğān als een versterkend en potentieverhogend middel.
Het was een populaire specerij in Middeleeuws Europa, blijkt bijvoorbeeld uit Chaucer’s Canterbury Tales. In de meeste Europese landen is het uit het zicht verdwenen, behalve in delen van oost-Europa.
Vanwege de Chinese afkomst van de plant en de populariteit in China wordt de plant onder meer Chinese wortel of Chinese gember genoemd. Ook de naam Oost-Indische wortel komt voor.
Het woord 'galanga' zou ontleend zijn aan het Perzisch-Arabische woord qulanjan, dat weer ontleend zou zijn aan het Chinese woord voor laos, gao liang jiàng, de goede gember uit Gaozhou, een stad in Ghaunzong die tegenwoordig Maoming heet.. In een aantal talen wordt de Sanskrieten stamvorm nog gebruikt, zoals in het Hindi.
De Latijnse naam 'alpinia' is een eerbetoon aan de Italiaanse botanicus Prospero Alpinus.
Bij de productie van gedroogde kleine galangal wordt gebruik gemaakt van zwavel om de gedroogde wortels beter houdbaar te maken. Dat is niet nodig wanneer de wortels direct na oogsten in de zon gedroogd worden.
Respecteer het copyright !