Je laat de vrucht bijvoorbeeld 'schrikken', zoals een tomaat, om het schilletje te verwijderen. Even insnijden en in heet water leggen. Maar er zijn veel verschiulen. De schil is bitter doordat deze solanine bevat.
De Cyphomandra betacea wordt ook wel Solanum betaceum genoemd, is lid van de Nachtschadefamilie waartoe behalve de tomaat ook de aardappel en de aubergine behoren. De Nachtschadefamilie is berucht om de solanine, een alkaloide die bitter en - bij het nuttigen van grote hoeveelheden - giftig is. Toch smaakt van de tamarillo alleen de schil bitter; het vruchtvlees is licht zurig en aromatisch.
De Cyphomandra betacea is een groenblijvende boom van een meter of vijf hoog en een stam van slechts 1,50 tot 1,80 meter. Het duurt enkele jaren voor de boom vruchten draagt, en minstens drie jaar voor de productie haar piek bereikt. Vanaf dat moment kan hij het hele jaar door bloeien en vruhten vormen, behalve in gebieden (zoals in Nieuw-Zeeland) waar sprake is van seizoenen. De boom wordt 12-15 jaar oud.
Een tamarillo is een centimeter of zes groot. De ovale vruchten groeien in clusters, met een zestal vruchten bij elkaar. Ze rijpen niet alle tegelijk, waardoor de vruchten met beleid geplukt moeten worden. Een enkel boom levert per jaar een kilo of 20 fruit op.
De tamarilo is een handvrucht die uitgeschept kan worden. De zaadjes zijn net als die van de tomaat eetbaar. Om de hele vrucht te etren, verwijder je het schilletje, zoals je bij een tomaat doet, door de schil licht in te snijden en de vrucht kort in heet water te dompelen. De schil laat zich dan gemakkelijk af pellen.
Van de vrucht kan eenvoudig sap gemaakt worden. In de Andes wordt de vrucht ook in warme bereidingen gebruikt, in stoofgerechten, soepen, sauzen en gebak. Een andere toepassing is een vulsel van tamarillo voor geroosterd lam, het nationale gerecht van Nieuw-Zeeland.
De Ememei is één van de belangrijkste stammen van de Nagas in het noorden van India. Ze worden veelal de Mao genoemd. Ze wonen in Manipur, en hebben een eigen keuken. Daarin neemt de boomtomaat, die ze shiikhokakhrei noemen, een belangrijke plaats in. Shiikhokha is een ronde aubergine, die veel lijkt op de Ethiopische aubergine. De Ememei combineren de boomtomaat met chilipeper en slaui in chutneys en soepen.
Door het hoge pectine-gehalte kun je tamarillo een uitstekende gelei en marmelade maken.
De kwaliteit van de vrucht is niet constant, niet die van de bomen die in Zuid-Amerika staan, ook de Nieuw-Zeelandse vruchten kampen met schommelingen in de kwaliteit. Dat heeft niet met de bewaarbaarheid te maken, maar met onregelmatigheden in de vrucht
Een goede manier om tamarillo te bewaren is trouwens diepgevroren. Pel de vrucht eerst, of maak er eerst een puree van.
Er is vrij weinig bekend over de vroege verspreiding van de boomtomaat in Zuid-Amerika. In 1880 duikt de plant op in Jamaica, wat aan sluit op de theorie dat de vrucht eerst in Midden-Amerika is geïntroduceerd, naderhand in West-Indië, de Azoren, Madeira en Zuid-Europa. Men neemt aan dat de vrucht in de vorm van zaad zijn weg heeft gevonden langs de handelsroutes.
Niet hier, maar in Nieuw-Zeeland zijn voor het eerst op grote schaal tamarillo's verbouwd. De naam is ondanks zijn Spaanse klank in 1967 in Nieuw-Zeeland bedacht. Het is geen soortnaam maar een handelsnaam. De Nieuw-Zeelanders maakten net als Jamaica aan het eind van de negentiende eeuw kennis met de plant, die ze al snel in hun harten sloten. De eerste tamarillo's die ze verbouwden waren geel en paars. In 1920 ontwikkelde een veredelaar uit Auckland de eerste rode tamarillo.
In de jaren dertig van de vorige eeuw werd de productie van de rode tamarilo opgeschaald, met nog een extra 'boost' toen in de Tweede wereldoorlog een enorme behoefte ontstond aan vruchten met veel vitamine C doordat andere vruchten (zoals sinaasappelen) niet verkrijgbaar waren.
Het Nieuw-Zeelandse succes was zuur voor de boeren in de Andes, die de boot leken te missen, maar inmiddels aan een inhaalslag zijn begonnen. Nieuw-Zeelandse variëteiten heten nog altijd constanter van kwaliteit te zijn en smakelijker dan de Zuid-Amerikaanse, maar ook Nieuw-Zeelandse tamarillo's kunnen wisselend van kwaliteit zijn. Dat leidt regelmatig tot problemen in de sap-industrie.
De tamarillo wordt tegenwoordig vooral verbouwd in Nieuw-Zeeland, Colombia, en Equador, en op kleinere schaal in Australië, Afrika (Kenia) en de Verenigde Staten (Californië). De plant die in Angelsaksische landen de Dutch eggplant wordt genoemd, in in 1941 door de Nederlanders naar het Indonesische Bogor gebracht om de vrucht daar te gaan verbouwen. De Tweede wereldoorlog was daar de spelbreker. De tamarillo is is een niche-product in Indonesië gebleven, en wordt in het geheel niet geëporteerd.
De naam tamarillo is een fantasiewoord, bedacht door W. Thompson die een Maoriwoord combineerde met een wlelluidende Spaanse nuitgang. Met weinig gevoel voor taal, want amarillo is Spaans voor geel, en de tamarillo is allesbehalve dat.
Niet de vrucht, maar de bloemen en bladeren van de aubergine zijn rijk aan solanine. Eet ze niet. De vrucht echter bevat relatief weinig gifstoffen, tussen 2 en 13 mg per vrucht, afhankelijk van soort en maat. Wil solanine een gezondheidsrisico zijn, dan zou je moeten denken aan een inname van 480 mg of meer, wat gelijk staat aan het consumeren van tenminste 35 aubergines.
Geen reden voor paniek dus, maar eet aubergine bij voorkeur niet rauw.