De kokospalm is een grote, vruchtdragende palm van circa dertig meter hoog. Wanneer een palm zes à zeven jaar oud is, komt hij in productie en geeft ieder jaar meer vruchten, om zijn piek in het vijftiende tot twintstigste jaar te bereiken. Hij vormt dan maandelijks een bloemtros, en produceert afhankelijk van de omstandigheden jaarlijks 50-100 vruchten. Onder de goede omstandigheden draagt een kokospalm tot zijn zestigste vruchten.
De vruchten vallen van de boom wanneer ze rijp zijn. Dat is na ongeveer een half jaar. Doordat ze een vezelige bast hebben en lucht bevatten, hebben vruchten van de kokospalm een groot drijfvermogen, waardoor de vrucht grote afstand over de oceanen kan af leggen.
De vruchten van de kokospalm zijn steenvruchten met een vezelig, niet eetbaar mesocarp. Daarbinnen bevindt zich een hard, bruin endocarp, dat het spierwitte, eetbare kiemwit omgeeft. In de landen van herkomst wordt de kokosnoot gewoonlijk inclusief de bolster verkocht. In niet-tropische landen is deze al verwijderd, behalve bij jonge kokosnoten, die overigens wel van de schil zijn ontdaan. Het mesocarp van de jonge vrucht is lang niet zo vezelig als dat van de volgroeide vrucht, en laat zich redelijk snijden en modelleren.
De harde schaal van de kokosnoot heeft drie kiemopeningen (de stoma of 'ogen') die duidelijk zichtbaar zijn op de buitenzijde zodra de bolster wordt verwijderd. De kiemopeningen zijn de overblijfselen van de in aanleg uit drie vruchtbladen bestaande vrucht, en vormen de uitgang voor de latere kiem.
Van de vezelige omhulling van de kokosnoot (kokosvezel of coir) worden borstels, touw en matten gemaakt. Het is een vrij ruwe cellulosevezel, die met zachtere vezels gecombineerd voor de vervaardiging van vloerbekleding.
Kokoscultivars worden onderscheiden in grote cultivars (talls), dwerg cultivars en hybride cultivars (tussen talls en dwergen), de Cocos nucifera var aurantiaca. Sommige dwergcultivars zoals de 'Maleisische dwerg' zijn bestand tegen het dodelijke vergelen terwijl andere cultivars zoals de 'Panama hoog' daar juist heel gevoelig voor zijn. Sommige cultivars zijn goed bestand tegen droogte zoals de 'Westkust hoog' (India), terwijl anderen, zoals de Chinese 'Hainan hoog' koude tolerant zijn. De keuze voor een cultivar wordt bepaald door genoemde factoren en door productiefactoren. Zo heeft de 'Fiji dwerg' het voordeel van een grote bol op een lage stam, en is de koningskokosnoot of thembili (tamil kokosnoot, Cocos nucifera var. aurantiaca) met zijn heerlijk zoete kokoswater en oranje schil zeer populair in Sri Lanka. Van een heel aparte orde is de vrij zeldzame ran thambili, met roze vruchtvlees (mesocarp), ebvveens Sri Lankees.
Kokos is zo veelzijdig dat we dit artkel over de kokosnoot hebben opgesplitst in een reeks artikelen (zie het uitklapmenu boven de afbeeldingen en onderstaande links naar artikelen op de site).
De oudst bekende fossielen van de moderne kokosnoot zijn tussen 35,4 en 56,5 miljoen jaar oud (Eoceen) - lang voor de mens verscheen - en zijn in India gevonden. Men neemt aan dat de kokosnoot van Indo-Pacifische oorsprong is, Melanesië , Maleisië , de Indische Oceaan. Op het Amerikaanse continent zijn oudere palmfossielen gevonden, wat voeding heeft gegeven aan de hypothese (o.a. Thor Heyerdahl) dat de bewoners van de Pacific oorspronkelijk op het Amerikaanse continent woonden.
De kokosnoot komt over een groot deel van de tropen, behalve in de binnenlanden van Afrika en Amerika, en komt voor in meer dan 80 landen. De kokosnoot kon zich door zijn lichte gewicht over aanzienlijke afstanden verplaatsen, drijvend op de zeestroming, al dan niet een handje geholpen door zeevarenden. Er zijn voorbeelden van kokosnoten die op eigen kracht in Noorwegen aanspoelden.
De kokospalm wordt in Nederland ook 'klapper'boom genoemd, een - verouderde - vernederlandsing van het Maleisische 'kelapa'.
In de Topographia Christiana, geschreven ongeveer 545 na Christus, is er een verwijzing naar de 'argell' boom en zijn steenvruchten. Marco Polo noemt de kokosnoot in 1220 Nux indica, de Arabieren gebruiken in die tijd het woord jawz hindi. Beide betekenen 'Indische noot'.
Portugese ontdekkingsreizigers, waarschijnlijk matrozen van Vaso da Gama noemden de vrucht quoquo of coco, wat 'grijns of grimas' betekent. In 1555 wordt deze naam voor het eerst op schrift gesteld.
De kokospalm heeft de mens altijd verwondert. In Indiase mythologie wordt de 'kalpavrishka' beschouwd als een boom die aller wensen vervult. In Malesië noemt men de boom 'pokok seribu gune', wat de boom van duizend(-en-een) gebruiken betekent.
Tot de nadelen behoren beperkte middelen, meestal het gevolg van een laag inkomen, waardoor weinig geïnvesteerd kan worden in de teelt en de vermarkting. Vaak zijn de boeren afhankelijk van grote partijen die de producten afnemen en verwerken, zoals Cargill.
Eén van de aandachtspunten is teelt zonder aantasting van het regenwoud. De Rainforest Alliance ziet erop toe dat producten onder haar label gegarandeerd zonder boskap geproduceerd zijn. Zo'n certificaat is duur, net als een biologisch label, waardoor boeren afhankelijk zijn van projecten om in zulke labels te participeren en daar hun inkomensvoordeel mee te doen.
Om het inkomen van boeren te verbeteren is medewerking in de hele keten van belang, van boer tot consument.
Eén van de belangrijkste afnemers van Fairtrade kokosproducten is de Body shop. Op het afgelegen Polynesische eiland Samoa is een project gaande dat een behoorlijk inkomen genereert voor 200 gezinnen. Zij maken Virgin Kokosolie die wordt verwerkt in 30 producten van de Bodyshop. De nieuwe eigenaar van de Bodyshop, l'Oreal, heeft te kennen gegeven de Virgin-olie iook in haar andere producten te wilen verwerken. Op de site van Fairtrade New-Zealand staat een uitgebreide verantwoording van dit bijzondere project.
Op de Philipijnen zijn verscheidene Fairtrade-projecten waarin kokosnootproducten voor consumptie worden gemaakt, waaronder Phildesco, dat een hele range aan producten biedt.
Van het merk Kelapo komt uit Sri Lanka 100% ecologische kokosolie van het type Virgin, onder Fairtrade-label. MA’s Tropical Foods is een kleine corporatie die sinds 2007 kokosmelk in blik maakt onder Fairtrade-label, onder meer verkrijgbaar bij de Nederlandse supermarkten.
Middellangeketen vetzuren worden gemakkelijk door de darmen geabsorbeerd. Eenmaal in het bloed gaan ze rechtstreeks naar de lever en worden daar net zo snel in energie omgezet als suikers. MCT's worden maar voor een klein deel opgeslagen als vet. Om deze redenen worden ze vaak gebruikt in sportdrankjes.
Maar daarmee is kokos bepaald geen gezonde voeding. De Europese Voedselveiligheidsorganisatie EFSA, waarschuwt voor het regelmatig nuttigen van kokosproducten: "Kokosvet is geen wondermiddel!"
De EFSA onderschrijft geen enkele gezondheidsclaim, en wijst erop dat verzadigde vetten - en die zitten in ruime mate in kokosproducten- cholesterolverhogend zijn, zowel voor wat betreft de goede (HDL) als de slechte cholesterol (LDL), en de kans op hart- en vaatziekten vergroten.
Respecteer het copyright !