Dorrigo peper is afkomstig van de Tasmannia stipitata, een groenblijvende struik van gemiddeld zo'n 2 meter hoog, die groeit in het Australische regenwoud en eucalyptusbos, maar ook in kustgebieden, meestal boven 1.000 meter. De jonge takken zijn rood tot purper en de bladeren donkergroen. De bladvorm is langwerpig. Het blad heeft een korte steelaanzet, en is aan de onderzijde bleek van kleur. De bladeren zijn zeer aromatisch. Nadat de plant vanaf nieuwe bladeren heeft gevormd, bloeit hij in de maanden september -november, de Australische lente. De besjes rijpen in de maanden maart-april, het oogstseizoen.
De plant is groenblijvend en is hetzij mannelijk, hetzij vrouwelijk. Hij groeit op een rechte, sterk vertakte stam. De vruchtjes zijn rond en zo groot als een erwt (4-8 mm), ingesnoerd als een kers. Ze bevatten een dozijn kleine, zwarte zaadjes. De vrucht kleurt van groen naar blauw en mauve wanneer ze rijp zijn. Meestal zitten er maar drie bruchten aan het einde van een tak.
De bloeiwijze is crèmekleurig. De bladeren, de vruchten en zelfs de verse bloemknoppen hebben allemaal een uitgesproken peperbesaroma en -smaak, zij het in verschillende intensiteiten. De smaakbeleving is 'getrapt' net als die van de Tasmaanse bergpeper, dat geldt zowel voor de besjes als de blaadjes en zelfs voor de bloemknoppen. Eerst ervaar je de zoetig, fruitige aroma's - met tonen van kaneel - en de scherpte, die plotseling kan omslaan in een intens branderige ervaring: "het is of de vrucht in je mond ontploft". De geur is wat terpentijn-achtig.
De Dorrigo peper groeit in het wild in de 'bush' en wordt daarom gerekend tot het 'bushfood'. De bruikbaarheid van de besjes als specerij is pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw 'ontdekt' door Jean-Paul Bruneteau, een chef uit Sydney, maar was hij daarin zeker niet de eerste. De aboriginals gebruikten de plant al eeuwen als voedsel en als medicijn.
De plant bloeit van september tot november, en wordt geoogst in de maanden maart en april, wanneerr de vruchten rijp zijn.
De peper is verkrijgbaar onder de naam Pepperberry of Dorrigo peper. In Australië zijn ook de verse bes en het verse blad verkrijgbaar, alhoewel beide ook in Australië vooral in gemalen vorm in de schappen liggen.
De peper wordt gebruikt sauzen, chutneys, bij witte kazen en in olijfolie, en heeft zoals de Tasmaanse peper een duidelijke kaneelsmaak. Ook geschikt om ijs mee te maken.
Net als bij andere pepers, is het bij Dorrigo peper niet verstandig deze lang mee te laten koken, omdat de aroma's dan vervliegen. Voeg de peper hoogstens tien minuten voor het einde toe, gekneusd of gemalen. Het is verstandig om voorzichtig te zijn met de dosering, vooral wanneer de peper vers gemalen over voedsel wordt gestrooid.
Dorrigo peper combineert goed met korianderzaad en citrus, denk aan citroenmirte, sereh en kaffir zeste. De combinatie dorrigo-peper-citroenmirte is de ideale combinatie bij wit vlees en wit vis, en bij gegrillde groenten. Wanneer ze aan een blanke vloeistof worden toegevoegd, zal de bes rood 'bloeden', houdt daar rekening mee bij het maken van marinades en witte sauzen.
De plant wordt ook wel de Northern pepperbush genoemd, maar de meestal gebruikte naam is Dorrigo peper, naar het Dorrigo plateau, waar de struik van nature voor komt.
De peper is rijk aan eugenol en bevat vitamine A, C en foliumzuur, naast verscheidene mineralen. Het verse vruchtje bevat meer anti-oxidanten dan bijvoorbeeld zwarte bessen: safrol, gallic acid, quercetine, rutine, luteïe, α-tocopherol (vitamin E).