Het geslacht Tasmannia bestaat uit een veertigtal planten die van origine voor komen in Australazië, Australië, Nieuw Guinea, Borneo, het eiland Sulawesi (Indonesië) en de Philippijnen. Ze maken deel uit van de Winteraceae, een familie van 90 plantensoorten met aromatische bladeren, en bast. Zowel de bladeren als de vruchten van de Tasmanniasoorten geuren als peper, na droging.
De TAlpine peper of Tasmannia xerophila is een groenblijvende struik. Er zijn twee soorten, de Tasmiannia xerophila subsp robusta en de Tasmiannia xerophila subsp xerophila. Eerstgenoemde groeit vooral in het eucalyptusbos van New South Wales en Victoria, aan de westkust van Australië, en kan wel 4 meter hoog kan worden. De subsp xerophila groeit vooral op rotsgrond en de Australische 'alpenweide' en wordt veel minder hoog. Vaak is hij maar een halve meter hoog, en groeit in clusters.
De bladeren van de alpinepeper zijn dik, 1-6 cm lang 5-15 mm breed. Hij heeft kleine witte bloempjes die zich ontwikkelen tot rond, bijna zwarte besjes met een doorsnede van 5-10mm. Wanneer ze drogen, nemen ze in volume af.
De peper is verkrijgbaar onder de naam Alpine peper, ook de naam van een mixture van Tasmanniabladeren en Tasmaanse peper.
Net als bij andere pepers, is het bij Alpine peper niet verstandig deze lang mee te laten koken, omdat de aroma's dan vervliegen. Voeg de peper hoogstens tien minuten voor het einde toe, gekneusd of gemalen.
De Winteraceae-familie stamt af van plantensoorten uit het supercontinent Godwanna. Het verspreidingsgebied, geconcentreerd in AustralAzië en MelAzië, strekt zich uit over de gematigde zones van Zuid-Australië en Nieuw-Zeeland tot de tropische gebieden in Borneo, Madagaskar, de Molukken, Papua Nieuw Guinea, de Philippijnen en Zuid- en Midden-Amerika.
De plant wordt Alpine peper genoemd naar de habitat waar hij veel voor komt, de wat rotsachtige grasweiden
Polygodial is een sesquiterpene dialdehyde. De scherpte die we ervaren wanneer we de stof innemen, delen we met andere zoogdieren, maar insecten ervaren deze niet. Men vermoedt dat polygodial de groei van Staphylococcus aureus en Candida albicans remt, zelfs bij geringe dosering.
De peper is rijk aan eugenol en bevat vitamine A, C en foliumzuur, naast verscheidene mineralen. Het verse vruchtje bevat meer anti-oxidanten dan bijvoorbeeld zwarte bessen.