top
Bergvijg
Ficus johannis
Bergvijg
De eetbare vijgensoorten
Afghaanse (berg)vijg - Ficus johannis sbsp afghanistanica

Bergvijg

Ficus johannis

Van de eetbare vijgensoorten zijn de Iraanse en Afghaanse bergvijg de minst bekende, je zult de vruchten niet aangeboden zien, daarvoor zul je het groeigebied moeten bezoeken, of er zelf één moeten aanplanten. Dat kan, ze is redelijk winterhard.

De Ficus johannis is een veelal meerstammige struik, die kan uitgroeien tot een boom van 10 meter hoog of hoger. Zijn natuurlijke habitat is de woestijn, alhoewel hij van nature ook elders, tussen droge struikgewassen groeit. De bladeren zijn drie- tot vijflobbig, zijn soms diep ingesneden. De bladeren zijn vrij klein, 5-9 cm groot, fluweelachtig of behaard. Hij verliest zijn blad.

Voor de vruchtvorming is de plant afhankelijk van de vijgenwesp. Hij vorm kleine vruchten (vijgen), die net als die van de Ficus carica (gewone vijg) eetbaar zijn. De vijgjes zijn 2-2,5 cm lang en peervormig. Ze staan op een steel.

Ficus johannis ssp. afghanistanica

In het begin van de twintigste eeuw classificeerde Kazimierz Browicz de Afghaanse vijg als een ondersoort van de Ficus johannis. In zijn beschrijving noemt hij de uiteenlopende formaten van de bladeren en hun gevarieerde gelobdheid. Van de Ficussoorten die in Zuidwest-Azië voorkomen en bladverliezend zijn, is de Ficus johannis het meest droogteminnend (xerofiet). Hij komt er voor in de meest droge, warme en geïsoleerde streken.

Hij groeit daar in spleten van verschillende soorten gesteenten, kalksteen, zandsteen en vulkanisch gesteente, op leisteen en zelfs op gips, zowel op lager gelegen plaatsen als in de bergen, tussen 500 en 2200 m hoogte.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

De vijgen van de bergvijg en de Afghaanse vijg zijn hier niet verkrijgbaar. De vijg wordt dan ook niet commercieel verbouwd. Hoe anders is dat met de plant, die populair is als tuinplant. De hier verkrijgbare Ficus afghanistanica plant kan de maar fout benoemde echte Ficus Johannis subsp. afghanistanica zijn, maar ook een kruising tussen de Ficus Johannis en de Ficus carica subsp. rupestris.

slotregel

Oorsprong en verspreiding

De vijg komt van oorsprong voor op het Arabische schiereiland, en van Iran tot Pakistan. De typische Ficus Johannis groeit tussen de Kaspische Zee en de Perzische Golf, de ondersoort afghanistanica groeit meer naar het oosten en noordoosten.

Landen waar je deze vijg in het wild kunt tegenkomen, zijn Afghanistan, de Golfstaten, Iran, Oman, Pakistan, Tadzjikistan, Turkije en Turkmenistan, maar ook sporadisch aanwezig in midden-Europa.

Taalkundige aspecten, etymologie

In 1846 gaf de Franse botanicus Pierre Edmond Boissier de plant de naam Ficus Johannis. In 1982 benoemde Kazimierz Browisz de Afghaanse vijg als de ondersoort met de naam afghanistanica (voluit Ficus johannis sbsp afghanistanica). Warb had deze in 1904 Ficus afghanistanica genoemd, en Popov in 1929 Ficus afghanica. Naderhand beschouwde Drobov hem als variëteit van de gewone vijg, en noemde hem Ficus carica var. afghanica. De benaming die door Boissier is gegeven is thans de geaccepteerde benaming.

De geslachtsnaam Ficus die aan het geslacht is gegeven door Linnaeus, is afgeleid van het Hebreeuwse 'pagh' wat halfrijpe vijg betekent. In de prehistorie werd de boom door de in Griekenland wonende Pelasgi 'fik' genoemd.

Benamingen in diverse talen

engels
afghan fig
frans
figue afghan
italiaans
 
spaans
 
duits
 
arabisch
 
turks
 
hindi
 
indonesisch
 
japans
 
vietnamees
 
chinees
 
 
in dit artikel 
slotregel

Bronvermelding update september 2024

Ficus johannis | GBIF Afghan fig | Flowers of India Ficus johannis | Global partnership for plant conservation, World Flora Online (2020) geraadpleegd op 14 september 2024 Ficus johannis Boiss | Plantnet Afghan Fig, Ficus Johannis Boiss. 1846 subsp. afghanistanica (Warb.) Browicz 1982 | Arthur Lee Jaconson, Figs 4 fun, Plant of the month, Aug 2008