Beide taxa behoren tot het Vigna-ras, een klimmende plant uit de vlinderbloemenfamilie Fabaceae. De zwartoogboon groeit zonder geleid te hoeven worden rechtop, en wordt zo'n 80 cm hoog. De bloemen zijn wit, roze of lavendelkleurig. De zaden zijn gewoonlijk groen, en wit tot crème-wit met een zwarte oog wanneer ze gedroogd zijn. Wanneer de zaden rijp zijn, worden ze met (lucht)druk uit de dan droge droge boon geschoten.
Vroege cultivars kunnen al binnen 90 dagen na het inzaaien geoogst worden, maar late cultivars pas na 240 dagen. De planten dragen meestal tegelijk bloemen en peulen, waardoor ze in de regel met de hand geplukt moeten worden.
De bonen (zaden) zijn algemeen verkrijgbaar, zowel in gedroogde vorm als in conservenvorm.
Minder algemeen zijn verse peulen en verse zaden. Bewaar de verse peulen koel bij 8°, dan blijven ze tot wel 4 weken goed, verse bonen (zonder de beschermende peul) zijn minder goed houdbaar, circa een week.
De bladeren worden gekookt gegeten, en wanneer ze gedroogd worden om bewaard te worden, vaak eerst gekookt. De zaden worden veelal in gedroogde vorm aangeboden. Deze moeten eerst tenminste 8 uur geweekt worden, alvorens gekookt te kunnen worden. Kooktijd na weken: 1-1,5 uur.
Men neemt aan dat de wilde ogenboon tegelijkertijd op natuurlijke wijze evolueerde onder invloed van klimatologische veranderingen en door cultivatie, over het gehele Afrikaanse continent.
De plant is vanuit Afrika in Zuid-oost-Azië terecht gekomen en naderhand, in de 17e eeuw in de verenigde Staten, waar hij heel populair is, net als de hip-hop-band die naar de zwartogboon is genoemd, 'The black eyed peas'. De boon zelf is er vooral in de zuidelijke staten geliefd, waar hij staat voor voorspoed en altijd op nieuwsjaarsdag wordt gegeten. Dat is ook gebruik op Rosh hashana, het Joodse nieuwjaar, overigens in concurrentie met andere gelukbrengende groenten, waaronder dadels.
Op de Antillen worden de bonen gebruik voor kala, Antilliaanse falafel. In Afrika eet men behalve de bonen ook de nog jonge bladeren van de plant. Deze zijn de calorierijkste plantaardige eiwitbron ter wereld.
Unguiculata betekent 'met een kleine klauw'.