De zoete citroensoort lumia, eigenlijk een citronsoort, komt uit het Middellandse zeegebied. Het is een hybride met een complex 'spoor'. De plant zou zijn ontstaan uit de kruising van een pomelo en een citron (etrog), twee oercitrussen, welke op zijn beurt gekruist is met een citroen. Maar er is ook een theorie dat de lumia het resultaat is van de kruising van een pomelo, een citron en een zure sinaasappel. In beide gevallen is de Citrus lumia gelinked aan de citron, waarmee hij zich onderscheidt van de limetta en de limettiodes.
De Appel van Adam of Adamsappel kreeg zijn naam tijdens de zevende kruistocht in 1350. Kruisvaarders ontdekten de boom in Palestina, waar hij vrijwel zeker vanuit Perzië terecht was gekomen. De schil van de vrucht is ruw van oppervlak, dik en zeer bitter. De Adams appel smaakt nog minder plezierig als de peercitroen.
De Poire du commandeur (Citrus lumia pyriformis), een peercitroen, kan wel 18 cm groot worden. Heeft groen vruchtvlees dat bij rijping oranje wordt. Is niet zo sappig en smaakvol, hoewel eetbaar, meer geschikt als sierplant.
Gecultiveerde soorten: Borneocitroen (Indonesië), Balaingue, Bitrouni en Otrodj (Iran).
Volkamer en Swingle beschreven de lumia eerder en benoemden hem als cedrato, een hybride van de citron (etrog), met als benaming Citrus medica var lumia.
Het woord lumia is afgeleid van het Oud-Italiaanse lomia of lumia, wat citroen betekent.