Beide lumia's behoren tot de groep zoete citroenen. Ondanks zijn niet geringe omvang bevat de 'appel' weinig sap, vergelijkbaar met de etrog waaruit hij ontstaan is. Soms hebben de vruchten een ribbelige, soms een gladde schil, in ieder geval een dikke schil, die net als die van de etrog niet eetbaar is. Soms heeft de vrucht een nek.
De boom waaraan hij groeit is middelgroot en heeft een brede kroon. Hij heeft geen doornen.
Hij is heel uitvoerig beschreven aan het begin van de 13e eeuw, door Jaques de Vitry geschreven L'histoire de Jerusalem', door Gallesio, en door Marco Polo, aan het begin van de 13e eeuw. Del Riccio beschreef de boom in 1595, wat ook Volkamer deed in 1708.