De traditie om limoen te drogen komt uit de Perzische golf, vandaar de Perzische benaming, en het gebruik van Perzische limoenen. Het drogen gebeurt traditioneel in de zon, maar tegenwoordig worden ook moderne dehydrateermethoden gebruikt. Vanwege de donkere verkleuring worden gedroogde limoenen wel zwarte limoenen genoemd.
Loomi amani is één van de vele ingrediënten in de Arabische keuken om gerechten zuurder te maken. Naast verse citrus, zure granaatappel en zure pruimen zijn dat deze limoentjes, druivenpoeder (gard-e-ghooreh) en sumac, de gedroogde vrucht van de sumacstruik. Maar ook diverse sappen, zoals ab-e-ghooreh (van zure druiven), granaatappelsap, en het sap van de Spaanse zuring (Rumex scutatus).
Gedroogde limoenen zijn erg zuur, maar hebben ook een gronderige, wat rokerige smaak, als gevolg van het droogproces. De schilletjes zijn enigszins bitter.
Ook in de naburige landen worden gedroogde limoenen gegeten. In Irak bijvoorbeeld, waar ze Noomi Basra genoemd worden, limoenen uit Basra.
Gedroogde limoen wordt als smaakmaker gebruikt in soepen en stoofschotels, zoals het Perzische ghorme sabzi.
Gemalen loomi wordt onder meer gebruikt in het kruidenmengsel kabsa, dat is gebaseerd op het klassieke bahārāt.