De citron kan vele vormen hebben, zoals de zandlopervorm van de Marokkaanse etrog of de cylindrische Griekse citron. Deze laatste wordt vanwege zijn uiterlijk gebruikt tijdens het Joodse Sukkot.
De Braverman citroen (Citrus medica Braverman) komt van oorsprong uit het dorp Petach Tikva, een dorp nabij Tel Aviv. Rabbi Yehoshua Jehoeda Leib Diskin, (1818-1898) 'ontdekte' de boom, en vroeg de eigenaar om de boom te cultiveren en er zaden van te trekken. De cultivar is vernoemd naar de betreffende familie Braverman.
De vrucht van de Braverman is kegelvormig en het oppervlak vaak ruw en diep gegolfd. De Kivilevitz is een substam uit de Braverman citroen en is net als de Braverman aanvaard als etrog voor de Sukkot.
De Diamante citroen (Citrus medica cv Diamante) is een variëteit vernoemd naar de Calabrische stad Diamante, waar deze het meest geteeld wordt. Het ras wordt ook wel de "Calabrische Etrog" genoemd. Vanaf de12eeeuw was niet Calabrië maar was Genua het middelpunt van de etrog-export, naar Engeland en de Verenigde Staten vooral. De Genuese variëteit stond ook bekend als de cedro ordinario (Volckamer).
De Griekse citroen (Citrus medica L. Adolf Engler) wordt wel de "ras etrog" genoemd. Dit ras werd aanvankelijk geteeld op de Ionische eilanden zoals Corfu. De Griekse citron werd lange tijd vooral voor rituele doeleinden geteeld voor de Sefardische joden in Italië Griekenland zelf en Turkije. Tegenwoordig wordt het merendeel van de vruchten tot sukade verwerkt en tot een likeur met de naam Kitron.
Met het oog op de verwerking tot sukade wordt de vrucht op maximale grootte in januari geplukt, is dan zo'n 15 centimeter groot. Omdat een citrusvrucht meerdere malen per jaar bloeit, zijn er ook plukperiodes in juli en augustus, soms zelfs al in juni.
De vrucht van de Italiaanse citroen (Citrus medica Italian) is zeer vergelijkbaar met de Diamante, maar de schil is minder dik, ongeveer 1/3 van de doorsnede terwijl die van de Diamante ongeveer 1/2 van de doorsnede is. De boom draagt een zware oogst van relatief grote vruchten, die langwerpig, soms taps toelopend zijn. Het sap en de schil hebben een aangename smaak.
De schil van de vrucht wordt gekonfijt tot sukade. Het witte merg is niet bitter zoals meestal bij citrusvruchten, en kan met schil en al gegeten worden in salades of als toespijs bij gekookte gerechten zoals vis.
Kies een stevige vrucht zonder bruine verkleuringen. Bewaar de etrog zoals iedere citrusvrucht op een koele plaats gedurende maximaal twee weken of in de koelkast gedurende maximaal vier weken.
In Historia Plantarum beschrijft Theophrastus de citron als Median appel of Perzische Appel (m&etilde;la persiká). Hij maakte kennis met de plant in Perzië, waar deze overigens niet inheems was. Hij beschrijft de vrucht als volgt:
In the east and south there are special plants... i.e. in Media and Persia there are many types of fruit, between them there is a fruit called Median or Persian Apple. The tree has a leaf similar to and almost identical with that of the andrachn (Arbutus andrachne L.), but has thorns like those of the apios (the wild pear, Pyrus amygdaliformis Vill.) or the firethorn, Cotoneaster pyracantha Spach.), except that they are white, smooth, sharp and strong.
The fruit is not eaten, but is very fragrant, as is also the leaf of the tree; and the fruit is put among clothes, it keeps them from being moth-eaten. It is also useful when one has drunk deadly poison, for when it is administered in wine; it upsets the stomach and brings up the poison. It is also useful to improve the breath, for if one boils the inner part of the fruit in a dish or squeezes it into the mouth in some other medium, it makes the breath more pleasant.
Plinius de Oudere sluit zich hierbij aan:
The citron tree, called the Assyrian, and by some the Median apple, is an antidote against poisons. The leaf is similar to that of the arbute, except that it has small prickles running across it. As to the fruit, it is never eaten, but it is remarkable for its extremely powerful smell, which is the case, also, with the leaves; indeed, the odour is so strong, that it will penetrate clothes, when they are once impregnated with it, and hence it is very useful in repelling the attacks of noxious insects.
Hij beschrijft hoe notabelen de zaden gebruiken in het badwater en als specerij in voedsel tegen een slechte adem. Pogingen om de boom te laten groeien, mislukten overal, behalve in Media en Perzië.
De Arabische geograaf Al-Idrisi schreef op Sicilië zijn compendium atlas, Tabula Rogeriana in 1154 voor Koning Roger II uitgebreid over zijn ervaringen met de citrus. In de vallei onder Palermo's Palazzo Normanni groeiden duizenden citrusbomen, dankzij het uitmuntende canat-bevloeiingssysteem.
Eén van de belangrijkste productiegebieden van de etrog is Calabrië. Vanuit Calabrië worden enorme aantallen etrogs geëxporteerd voor het Loofhuttenfeest, waar ook ter wereld. De bar slechte oogst als gevolg van de strenge winter begin dat jaar, dreef de prijs van etrog wereldwijd tot grote hoogte, tijdelijk. Vóór het Loofhuttenfeest kostte een enkele vrucht zo'n vijfhonderd euro, direct erna nauwelijks een euro. Het startsignaal voor de lokale bevolking om er jam van te maken.
De wetenschappelijke naam Citrus medica is een bewerking van de klassieke Griekse benaming van de vrucht melon medikon, wat 'median appel' betekent. Median verwijst naar het koninkrijk Medes of Media in het noordwesten van het huidige Iran (de Meden en de Perzen). De naam Etrog is afkomstig uit het Hebreeuws en betekent 'verboden vrucht'.
Ons woord ‘citroen’ zou via het Latijn (‘citra’) afkomstig zijn van het Oudgriekse ‘cedrina’, genoemd naar de ceders van het bijbelse Libanon, met de betekenis 'welriekend’. Die heerlijke geur heeft er voor gezorgd dat de citron ook wel odorata of fragrans en ons land ‘muskuscitroen’ werd genoemd.
De eerste dag van de Sukkot is festivaldag met speciale gebedsdiensten en maaltijden. De afsluitende dag Hoshana Rabbahh ("Geweldige Hoshana") vindt vooral in de synagoge plaats. De festival-weekdagen heten Chol HaMoed.
Elke dag wordt een zegen uitgesproken over de lulav (volgens Leviticus 23:40-41), die bestaat uit samengebonden bladeren van de mirte, de wilg en de palmtak (dadel), die in de ene hand worden gehouden, en de etrog, die in de andere hand wordt gehouden. Deze is nog niet volgroeid, en om kosher te zijn mag de vrucht niet groter zijn dan een kippenei, en moet de pitam, het bloesem-restant, nog aanwezig zijn.
Meer over de lulav, over de vier soorten of Arba'a ha-minim ארבעת המינים, leest u in het artikel dat daar aan geheel is gewijd.
De etrog is geïntroduceerd door Grieks-joodse kolonisten, die de etrog zo'n 200 jaar voor Christus naar Palestina brachten. Tot die tijd werd de cederkegel gebruikt in de Loofhuttenceremonie. De Palestijnse Grieken noemde de etrog kedromelon wat 'cederappel' betekent, daarmee verwijzend naar de cederkegel.
De Halacha geeft richtlijnen waaraan een etrog moet voldoen om koosjer te zijn. De teelt van etrogs voor de Sukkot is om die reden precisiewerk, waarbij iedere vrucht afzonderlijk, niet als een vrucht maar als een edelsteen (diamant) wordt behandeld. Men streeft naar een gave elliptische vrucht, waarvan de kleur niet te groen en niet te geel is. Daar hoort een parasietvrije groei bij, met andere woorden men spuit in de zomermaanden royaal met chemicaliën.
De ambachtelijke teelt drijft de prijs van de etrog op, die kan variëren van 10, tot wel 300 dollar voor een etrog die 'mehudar ze ba'mehudar' (de chicste van alle) is. Deze exclusieve etrogs worden zorgvuldig gewassen en gedroogd, en per stuk verpakt, soms zelfs in doosjes met watten. Op de markten waar de etrogs verhandeld worden, zie je taferelen die sterk doen denken aan de diamanthandel, met vergrootglazen en met een vergelijkbare precisie.
Respecteer het copyright !