De Santa Teresa is een relatief nieuwe variëteit, na de Ovale en de nog oudere want oorspronkelijke) Sfusato, geteeld om beter bestand te zijn tegen de voor de citrusboom vaak fatale "mal secco", een schimmel waar alle Femminello's gevoelig voor zijn, en die vooral in het Middellandse zeegebied veel schade heeft aangericht.
De Sorrento smaakt minder zuur dan de Sfusato die op de hellingen aan de zuidzijde van het eiland groeit. De Sorrento is sinds 1998 opgenomen in de Ark of Taste en heeft en heeft in 2000 onder de officiële benaming "Limone di Sorrento' Europese bescherming gekregen ('Protected geographical Identification: PGI'). Aan het predikaat PGI izijn veel voorwaarden verbonden. Om daaraan tegemoet te kunnen komen is in 1992 een coöperatie opgericht, waarin de telers, de meesten leden van de Aceto-familie, zijn verenigd. Deze Aceto-familie is begonnen met de teelt van de sfusato in 1825, in Ravello.
De teelt vindt plaats langs de noordelijke kust in Sorrento en in Massa Lubrense. De citroenen worden tussen februari en september geplukt, in vier oogsten. De teelt van de citroen is essentieel voor het gebied. In totaal omvat het PGI-gebied 400 hectare, goed voor 8.000 ton citroenen per jaar.
Het landschap wordt gedomineerd door de architectuur van de terrassen, die een vitaal hydrogeologisch systeem bevatten, waarin gebruik wordt gemaakt van het regenwater en bronwater. Om de planten tegen uitdroging te beschermen, zijn de terrassen voorzien van afdakken, gemaakt van stro en kastanjetakken. Deze 'shades' worden pagliarelle genoemd.
De sorrento wordt gebruikt als iedere citroen, naturel of als sap, en net als de sfusato wordt deze amalfi-citroen gebruikt voor de productie van Limoncella, de beroemde Italiaanse citroenlikeur.
Kies een stevige vrucht zonder bruine verkleuringen. Bewaar citroen zoals iedere citrusvrucht op een koele plaats gedurende maximaal twee weken of in de koelkast gedurende maximaal vier weken.
In de tuin van de villa van Poppaea, tussen Napels en Sorrento, zijn bewijzen gevonden dat daar (onder meer) een citroenboom heeft gestaan. De villa dateert van de 1e eeuw voor Christus en is bewoond geweest door Poppaea Sabina, de tweede vrouw van keizer Nero.
De teelt van de huidige sfusato begon in de 11e eeuw in de toenmalige Maritieme Republiek Amalfi, een onafhankelijke stadstaat met als middelpunt Amalfi, toen belangrijker dan Napels. Het was één van vier maritieme republieken die de maritieme handel in de Middellandse Zee in die tijd (10e en 11 eeuw) domineerden. De Republiek had sterke relaties met de Arabieren, die in die tijd controle hadden over Sicilië, en die de Amalfi's net als de Sicilianen de kunst van de citroenteelt bij brachten die zij in het oosten hadden opgedaan.
De plaatselijke Jezuïeten beschreven de teelt onder de strodekken al in de 17e eeuw. de band met de Jezuïtene is altijd bewaard geweest, in het bekken van Guarazzanno tussen Sorrento en Massa Lubrense ligt een belangrijk teeltgebied dat 'Il Gesu' heet en daar aan herinnert.
Behalve in de plaatsen Sorento en Massa Lubrense op het vasteland, wordt de Sorento ook verbouwd op het eiland Capri, voor de kust van Napels.