De sfusato Amalfetano is sinds 2000 opgenomen in de Ark of Taste en heeft in 2001 onder de officiële benaming "Limone Costa d'Amalfi' Europese bescherming gekregen ('Protected geographical Identification: PGI'). Aan het predikaat PGI izijn veel voorwaarden verbonden. Om daaraan tegemoet te kunnen komen is in 1992 een coöperatie opgericht, waarin de telers, de meesten leden van de Aceto-familie, zijn verenigd. Deze Aceto-familie is begonnen met de teelt van de sfusato in 1825, in Ravello.
De sfusato wordt gebruikt als iedere citroen, maar 60% van de oogst is bestemd voor de productie van Limoncella, de Italiaanse citroenlikeur.
Kies een stevige vrucht zonder bruine verkleuringen. Bewaar citroen zoals iedere citrusvrucht op een koele plaats gedurende maximaal twee weken of in de koelkast gedurende maximaal vier weken.
De teelt vindt plaats langs de Amalfikust op terrassen op de hellingen, aan de zuidkant van het schiereiland in Minori en Maiori, en aan de Napolitaanse noordkant in Sorrento en Massa Lubrense. Vanwege de bloemenpracht wanneer de bomen in bloei gaan, noemt men de terrassen wel 'de gele zee'. De citroenen worden tussen februari en september geplukt, in vier oogsten. De teelt van de citroen is essentieel voor het gebied. In totaal omvat het PGI-gebied 400 hectare, goed voor 8.000 ton citroenen per jaar.
Het landschap wordt gedomineerd door de architectuur van de terrassen, die een vitaal hydrogeologisch systeem bevatten, waarin gebruik wordt gemaakt van het regenwater en bronwater. Om de planten tegen uitdroging te beschermen, zijn de terrassen voorzien van afdakken, gemaakt van stro en kastanjetakken. Deze 'shades' worden pagliarelle genoemd.
In de tuin van de villa van Poppaea, tussen Napels en Sorrento, zijn bewijzen gevonden dat daar (onder meer) een citroenboom heeft gestaan. De villa dateert van de 1e eeuw voor Christus en is bewoond geweest door Poppaea Sabina, de tweede vrouw van keizer Nero.
De teelt van de huidige sfusato begon in de 11e eeuw in de toenmalige Maritieme Republiek Amalfi, een onafhankelijke stadstaat met als middelpunt Amalfi, toen belangrijker dan Napels. Het was één van vier maritieme republieken die de maritieme handel in de Middellandse Zee in die tijd (10e en 11 eeuw) domineerden. De Republiek had sterke relaties met de Arabieren, die in die tijd controle hadden over Sicilië, en die de Amalfi's net als de Sicilianen de kunst van de citroenteelt bij brachten die zij in het oosten hadden opgedaan.
Tussen de 16e en negentiende eeuw werd de citroen vooral verhandeld met het oog op het voorkomen van scheurbuik aan boord van schepen. Tegenwoordig gaat 60% van de sfusato-oogst op aan de productie van Limoncella, een citroenlikeur.
De benaming 'sfusato' is een verkorting van het Italiaanse woord voor puntig: "affusolato'. In de Middeleeuwen noemde men deze citroen 'limon amalphitanus'.