Femminello citroenen (Citron x limon L. Burm) zijn onder andere de Gloria di Amalfi, Limone di Maiori, Limone di Rocca Imperiale, en de Ovale di Sorrento.
De volgende Femminello-soorten voorzien van het PGI-predikaat ('Protected geographical Identification: PGI'):
In de tuin van de villa van Poppaea, tussen Napels en Sorrento, zijn bewijzen gevonden dat daar (onder meer) een citroenboom heeft gestaan. De villa dateert van de 1e eeuw voor Christus en is bewoond geweest door Poppaea Sabina, de tweede vrouw van keizer Nero.
De teelt van de huidige sfusato begon in de 11e eeuw in de toenmalige Maritieme Republiek Amalfi, een onafhankelijke stadstaat met als middelpunt Amalfi, toen belangrijker dan Napels. Het was één van vier maritieme republieken die de maritieme handel in de Middellandse Zee in die tijd (10e en 11 eeuw) domineerden. De Republiek had sterke relaties met de Arabieren, die in die tijd controle hadden over Sicilië, en die de Amalfi's net als de Sicilianen de kunst van de citroenteelt bij brachten die zij in het oosten hadden opgedaan.
De plaatselijke Jezuïeten beschreven de teelt onder de strodekken al in de 17e eeuw. de band met de Jezuïtene is altijd bewaard geweest, in het bekken van Guarazzanno tussen Sorrento en Massa Lubrense ligt een belangrijk teeltgebied dat 'Il Gesu' heet en daar aan herinnert.
Behalve in de plaatsen Sorento en Massa Lubrense op het vasteland, wordt de Sorento ook verbouwd op het eiland Capri, voor de kust van Napels.