De boom is groot en doornig. De middelgrote vrucht (circa 7 cm) is rond en heeft een dikke schil en veel zaden (pitjes). De smaak is zoet en bitter tegelijk, en niet zuur. De schil is aromatisch en is oranje tot roodachtig oranje.
De bittersinaasappel is bij ons beter bekend als de Sevilla, wat wel de 'echte' bittersinaasappel wordt genoemd.
De bekendste soorten zijn:
De Sevilla (Citrus aurantium subsp. aurantium) is vernoemd naar de stad die bol staat van deze sinaasappelsoort. Meer dan 14.000 bomen sieren de straten (calles) van deze historische stad. Er staan in Sevilla meer citrusbomen van deze soort van van enig ander boomsoort. Toeristen verbazen zich erover dat deze heerlijke vruchten zomaar op straat liggen en worden weggegooid bij de eerste schoonmaakbeurt van de straat, niet beseffend dat de vrucht zo bitter is dat hij niet zo maar gegeten kan worden.
Voor de bereiding van marmelade wordt een speciaal soort Sevilla geteeld, de Sevillano. De boom groot en productief en heeft weinig doornen, wat de pluk gemakkelijker maakt. De vrucht is sappig, bitter en zuur en hebben een donker-oranje schil.
De bitterzoete soort (Citrus aurantium subsp. amara of bigaradia), die amara respectievelijk bigarade wordt genoemd, is zoet en bitter tegelijk en nauwelijks zuur. De variëteit Paraguay, die vooral in Zuid-Amerika wordt geteeld, smaakt het zoetst van alle, door het contrast met de zure tonen.
De panaché is een 'bonte' bittersinaasappel. Vrijwel altijd is óf het blad of de vrucht bont, zoals bij deze panachë die ook wel Zwitserse sinaasappel wordt genoemd, omdat de strepen op de vrucht (het blad is niet bont) dioe denken aan de strepen op de broek van de leen van de Vaticaanse Zwitserse garde. De panaché is een vorm die gestreept wordt wanneer de vrucht rijpt (blijvend), veel bonte vruchten verliezen hun bonte uiterlijk door rijping.
Een andere bitter-soort met bonte bladeren is de chinotto.
Grand Marnier heeft een eigen citrusfarm op Haïti van 500 hectare waarop bittersinaasappelen (bigarade) worden verbouwd. Van de schillen wordt de olie getrokken waarmee de likeur wordt gemaakt, nadat het wit (albedo) van de schillen is verwijderd.
Voor de bereiding van Triple sec en Cointreau wordt eveneens de bigarade gebruikt, i.t.t. Campari, waarvoor de chinotto wordt gebruikt.
Omdat de bloemen geuriger zijn dan van andere sinaasapopelensoorten worden de bloemen van de bigarade gebruikt voor ''eau de fleur d'oranger', dat vaak in Arabische keukens gebruikt wordt.
De sinaasappelen die uit Noord-Afrika kwamen zijn de voorlopers van de Sevillano, de marmelade-sinaasappel uit Sevilla, en worden wel de echte bittersinaasappelen genoemd. De sinaasappelen die met de kruisvaarders mee kwamen, waren van het soort "bitterzoet", belandden eerst in Frankrijk. In het begin van de 14e eeuw maakten het Franse hof en de Franse aristrocratie kennis met de vrucht, die verbouwd werd in de Franse regio Nice. Hij werd daarop zo populair dat wie het zich veroorloven kon, een 'orangerie' bouwde om zelf 'amès' te telen.
Columbus bracht deze laatste bittersinaasappel naderhand naar de Nieuwe Wereld, waar hij warm ontvangen is. Met name in Paraguay en op de Caraïben, onder andere Cuba.
De bittere sinaasappel wordt in ons land ook wel zure sinaasappel of pommerans genoemd. Dat laatste woord is ontleend aan het 15e eeuwse Duitse Pommeranz, een samenvoeging van de middeleeuws Latijnse woorden Pomum en Aurantium tot 'gouden appel'. Deze benaming is ouder dan de naam bittersinaasappel en de verwijzing naar 'oranje' überhaupt. Dat dateert uit de 17e eeuw, toen de zoete sinaasappel in Europa geïntroduceerd werd.
Het woord bittersinaasappel is ontstaan uit de woordcombinatie 'pomerantsche bitterappel' dat aan het einde van de 17e eeuw werd gebruikt. Pomerans is nauw verbonden aan het gebruik van de etherische olie in Eau de Cologne.
De meesta aurantia's lijken op de zoete sinaasappel, sommige hebben een exotisch uiterlijk, zoals de op een Buddha's hand gelijkende corniculat en de geel-groen gestreepte panachee.
De bergamot (Citrus aurantium subsp. bergamia) is vooral bekend als aromatische vloeistof, de bergamotolie, die wordt gebruikt in aroma-therapie, maar ook in gerechten, voor het aanbrengen van een bitter citrus-accent. De thuisbasis van de bergamot is Reggio Callabria in Italië.
De chinotto (Citrus bigaradia var chinensis), een bigarde, wordt wel de mirte-bladige mandarijn genoemd, vanwege zijn wit-omrande bladeren. Hij is heel populair in Italë waar van chinotto tal van drankjes worden gemaakt (vooral softdrinks)
De corniculata (Citrus × aurantium 'corniculata ' ) is een oude soort, door Volckamer in de achttiende eeuw al de Aranzo cornuto, de gehoorde sinaasappel genoemd. De overeenkomst met de vingerlimoen is opvallend, ook de corniculata vormt 'vingers'.
De laraha (Citrus aurantium subsp. currassuviencis) is de basis van menig sinaasappellikeur. Is ontstaan op Curaçao uit een mislukt experiment met het zaaien van zoete sinaasappelen door Spaanse kolonisatoren in de 16e eeuw.
De Australische smooth flat seville (Citrus x aurantium 'smooth flat seville' ) zou ontstaan kunnen zijn uit een kruising met de 'poorman sinaasappel', zelf een hybride van een pomelo en een wilde tangelo. Hij is ongeveer even groot.
De Amara of Bigarade (Citrus aurantium subsp. amara of Citrus aurentium var bigaradia) is een bitterzoete sinaasappel die door de kruisvaarders in de 13e eeuw is meegebracht vanuit het Midden-oosten naar Europa.