De salakpalm is een kleine, doornige palm, hoogstens 6 meter hoog, die van nature in moerasgebied groeit. De salakpalm heeft grote geveerde bladeren, van 3 tot 6 meter lengte. De bladsteel is bedekt met doorrnen, evenals de deelblaadjes. De salak draagt rode bloemen. De vruchten zijn donkerbruin en geschubd, en worden salak worden genoemd. Ze zijn ovaal en puntig.
De plant draagt in het 3e of 4e jaar voor het eerst vruchten en kan wel 50 jaar productief zijn. De plant kent geen seizoen, draagt het hele jaar door vruchten. Salakvruchten zijn 6-8 cm in doorsnee.
Salaks smaken enigszins naar ananas, zoet en licht zuur, soms met een droog mondgevoel, dat aan zetmeel doet denken. Iedere plant draagt er in een cluster aan de voet van een palm een vijftien- tot veertigtal. De schil is vrij hard, en doet denken aan een slangenhuid. Iedere vrucht bevat één tot drie donkerbruine zaden.
Salak wordt vooral als handfruit gegeten. Knijp de vrucht open aan het puntige uiteinde en pel de schil eraf.
Salak is enkele dagen houdbaar in de koelkast.
De populairste salak is de pondoh, de grootste onder de salaks. Hij wordt in de omgeving van Yogyakarta op het eiland Java verbouwd. Daar is hij is op de hellingen van de vulkaan de Merapi ontwikkeld in de jaren 1980. Het vruchtvlees van een pondoh is smaakvol en zoet en kent niet het droge mondgevoel dat de Salak bali kent.
De beste Pondoh salaks komen uit Nglumut en heten naar dit dorp Pondoh glumut. Het is de enige salak waarvan de zaden van de jonge vrucht ook gegeten worden.
Deze salak is lichtbruin. Het vruchtvlees is helderwit, knapperig, maar minder zoet dan dat van de Pondoh en heeft een droog gevoel in de mond. Het belangrijkste teeltgebied is Sibetan.
Wordt ook wel de suikersalak genoemd om zijn exquise, zoete smaak. Het is de kleinste salaksoort, en hij is redelijk exclusief en daardoor duurder. Wordt gebruikt voor het maken van salakwijn.
Salaks worden tegenwoordig ook eldersverbouwd, zoals in india, Nyanmar, Thailand en de Philippijnen. De grootste salakproducent is onbetwist Indonesië.
De geslachtsnaam salacca is afgeleid van het Maleische 'salak', de naam voor de palm. De vrucht wordt 'buah salak' genoemd (buah betekent 'vrucht').
Respecteer het copyright !