Tarwe wordt gebroken in het maalproces voor de productie van gries, meel of bloem. Voor het breken worden de rauwe tarwekorrels gewalst. De fijnheid van het breken van de tarwe is niet volledig voorspelbaar met als resultaat brokjes van diverse afmetingen.
Voor het walsen worden tegenwoordig cylindrische rollen gebruikt, een techniek die pas in 1870 in Hongarije ontwikkeld. Daarvoor werd het overal ter wereld met draaiende stenen schijven gedaan, in ons land bijvorbeeld met de verticale molen.
Het breken van tarwe is natuurlijk al veel ouder dan er molens bestaan, maar zeer arbeidsintensief. Vermoedelijk werden de tarwekorrels daarom geweekt en gekookt, om ze zachter te maken. Bulgur is daar het voorbeeld van, net als freekeh, dat wordt gemaakt uit nog jonge -onrijpe - tarwekorrels, die geroosterd worden alvorens ze te breken.
Gebroken tarwe wordt bijvoorbeeld toegevoegd aan grof brood, bijvoorbeeld grof roggebrood. Voor het brouwen van bier worden de tarwekorrels eveneens gebroken. Het uitgangsmateriaal is hier niet de rauwe maar de gemoute korrel. Het breken van gemout graan wordt schroten genoemd.
Respecteer het copyright !