Pitvruchten komen voor in de ondertak (subtribus) Malinae bij de pomes. We noemden al drie pomes, de appel (Malus), de peer (Pyrus) en de kweepeer (Cydonia), maar ook de nashi-peren, loquats en mispels worden er toe gerekend.
In de plantenmorfologie worden pitvruchten opgevat als samengestelde kokervruchten. Het zijn schijnvruchten, omdat het grootste deel van de vrucht is gevormd door de bloembekleedselen, bestaande uit kelk- en kroonbladeren. Een belangrijk herkenningspunt van de pitvrucht is wat we bij appels en peren het klokhuis noemen, dat bestaat uit meerdere samengesmolten kokervruchten. Het eetbare gedeelte van de vrucht is een vlezige hypanthiumlaag.
Het klokhuis van een appel bijvoorbeeld bestaat uit vijf papierachtige segmenten (achenen), die met elkaar zijn samengesmolten, en elk één of meer zaden bevatten. Sommige loquatsoorten bevatten slechts één door dons omgeven zaad, maar meestal bevatten ook loquats meerdere achenen en meerdere zaden.
Pitvruchten zijn over het algemeen lang houdbaar - tot wel een jaar - wanneer de vruchten onder de juiste klimalogische condities bewaard worden. De beste bewaartemperatuur is rond het vriespunt (0°C), voor sommige pitvruchten 3-4°C.